Kennisbank

Indicaties

Stress

Stress is een noodzakelijke lichaamsreactie op een verstoring van het evenwicht (homeostase). Acute stress is tijdelijk en functioneel. Chronische stress ontstaat als herstel uitblijft, met blijvende activatie van de HPA-as en sympathicus. Dit kan leiden tot klachten als vermoeidheid, slapeloosheid en angst, en draagt bij aan welvaartsziekten zoals obesitas en hart- en vaatziekten.

Begrippenlijst

  • Acute stressreactie: reactie van het lichaam op een kortdurende prikkel die het lichaam uit homeostase haalt en het doel heeft om binnen afzienbare tijd de homeostase te herstellen.
  • Adaptogene capaciteit:het vermogen om na een verstoring van de homeostase daar weer in terug te keren.
  • Allostase is een fysiologisch regelmechanisme waarbij het energieverbruik wordt aangepast aan de eisen van de omgeving om de homeostase te behouden
  • Chronische stressreactie:  aanhoudende reactie van het lichaam op een prikkel, waarbij er geen terugkeer naar de homeostase is, maar de sympathicus en de HPA-as blijvend actief zijn.
  • Dysbiose: een verstoring in de balans, diversiteit, of samenstelling van de microbiota (zoals bacteriën, schimmels, virussen) in een specifiek ecosysteem van het lichaam, zoals de darm, huid, mond of luchtwegen.
  • Homeostase: stabiele situatie waarin verschillende regelsystemen nauw met elkaar samenwerken om interne omstandigheden stabiel te houden, ondanks veranderingen in de omgeving. Het draait om het handhaven van een constant intern evenwicht.
  • HPA-as: hypothalamus-hypofyse-bijnier-as die de reactie op stress reguleert en de hormoonhuishouding beïnvloedt.
  • Stressor: een interne of externe stimulus die het homeostatische evenwicht verstoort of bedreigt.
  • Sympaticus: een deel van het autonome zenuwstelsel dat het lichaam in actie brengt, vooral in stressvolle of bedreigende situaties.

Beschrijving Stress

Wat is stress?

Een stressreactie is een reactie van het lichaam op een interne of een externe prikkel die het lichaam uit balans (homeostase) haalt. Een stressreactie is nodig om te kunnen anticiperen op gevaar en is belangrijk voor de overleving. Het activeert het eigen vermogen om de homeostase weer te herstellen.

Stressoren (verstoringen) van de homeostase kunnen verschillend van aard zijn. Ze kunnen zowel van binnen als van buiten het lichaam afkomstig zijn en invloed hebben op cellen, weefsels en het gehele organisme. Er bestaat een verschil tussen acute en chronische stress.

  • Acute stress is van korte duur en functioneel. Het lichaam reageert op een acute stressprikkel, die zowel fysiek als psychologisch van aard kan zijn [1]. Voorbeelden van acute stressoren zijn een gevaarlijke situatie, een ruzie, verwonding of honger en dorst. De prikkel activeert allereerst het sympathische zenuwstelsel, en vervolgens de hypothalamus-hypofyse-bijnier (HPA)-as. De activatie van beide systemen zetten een zogenaamde vecht-vlucht reactie in stand [2]. In het lichaam uit zich dat in het vrijzetten en mobiliseren van energie en het onderdrukken van niet-essentiële functies (zoals de spijsvertering) om energie te sparen, zodat het lichaam kan bewegen naar een oplossing. Dit bevordert herstel en leidt tot een beëindiging van de stressactie nadat de stressor is verdwenen. Hoe snel de terugkeer is naar de homeostatische situatie is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de sterkte van de prikkel, de omstandigheden en de weerbaarheid van het individu zelf. Wanneer de sympathicus en de HPA-as te lang actief blijven omdat er geen oplossing wordt gevonden, wordt de stressreactie chronisch.
  • Een chronische stressreactie treedt op wanneer het lichaam er niet in slaagt om het homeostatisch evenwicht te hervinden. Het kan zijn dat de stressprikkel te sterk is, te lang aanhoudt of dat het fysiologisch gezien niet lukt om de sympathicus en de HPA-stress-as te remmen.

Chronische stressoren zijn vaak stressoren die langer aanhouden. Ze kunnen lichamelijk van aard zijn (zoals chronische ziekten of pijn, slaapstoornissen, hormonale verstoringen of vitaminedeficiënties), maar bestaan voor een groot deel ook uit sociale, werk gerelateerde en emotionele stressfactoren. Voorbeelden hiervan zijn een hoge werkdruk, hoge verwachtingen van jezelf of uit de omgeving, zorg voor een chronisch ziek of gehandicapt familielid, financiële zorgen, prestatiedruk vanuit de maatschappij of onzekerheid over de toekomst. Het gaat vaak om verschillende stressoren in combinatie met een verminderde adaptogene capaciteit (herstelvermogen) van het individu die leiden tot het ervaren van chronische stress [3].

Het blijkt dat chronische stress wereldwijd een groeiend probleem vormt. In Nederland ervaart ongeveer 1 op de 4 volwassenen en meer dan 40% van de jongeren (zeer) vaak stress, vooral door de combinatie van alles wat ze moeten doen, werk/school en eigen problemen [4].

Vrouwen zijn over het algemeen vatbaarder voor de gevolgen van stress dan mannen, deels vanwege hormonale verschillen. Chronische stressoren zijn niet altijd makkelijk weg te nemen en de vecht-vluchtreactie is in dit geval minder effectief. Wanneer een stressrespons actief blijft in het lichaam worden andere metabole systemen erbij betrokken. Het voortplantingssysteem (de hypothalamus-hypofyse-gonaden [HPG]-as) wordt onderdrukt, de schildklierfunctie (hypothalamus-hypofyse-schildklier [HPT]-as) verandert en alle processen waarbij groeihormonen betrokken zijn, worden (deels) geremd. Al deze verstoringen samen kunnen leiden tot overspannenheid, burn-out of een basis leggen voor hedendaagse welvaartsziekten zoals obesitas, hoge bloeddruk, dyslipidemie, endotheeldisfunctie, metabool syndroom en cardiovasculaire aandoeningen [1]. Chronische stress komt daarmee aan de basis te staan van talloze ziektebeelden en welvaartsziekten in onze huidige maatschappij.

De fysiologie

Een acute stressreactie is een complexe fysiologische respons waarbij allereerst het sympathische zenuwstelsel geactiveerd raakt. Een acute stressprikkel komt via zenuwbanen de amygdala (een hersengebied dat emoties controleert) binnen, die daarop signalen uitzendt naar de hersenstam. De hersenstam schakelt vervolgens het parasympatische zenuwstelsel af en activeert het sympathische zenuwstelsel. Dit leidt vrijwel direct (binnen enkele seconden tot minuten) tot de productie en afgifte van noradrenaline (met name) in de hersenen en adrenaline in de bijnieren.

Als gevolg hiervan stijgt de hartslag, de bloeddruk, versnelt de ademhaling en wordt extra energie (glucose) vrijgemaakt en gespaard waar dat kan. De barrières in het lichaam worden verhoogd doorlaatbaar om water, natrium en glucose binnen te laten. Niet-essentiële functies, zoals de spijsvertering en het immuunsysteem worden (tijdelijk) minder actief. Het lichaam komt als het ware in een vecht-vlucht positie, zodat het onmiddellijk kan reageren op gevaar als het noodzakelijk is.

Parallel daaraan stimuleert acute stress ook de afgifte van glutamaat in de hersenen, een belangrijke exciterende neurotransmitter. Glutamaat is direct betrokken bij de snelle activatie van alle neuronale circuits die de stressrespons reguleren. Het is ook belangrijk voor cognitieve verwerking en gedragsreacties op stress.

De prikkels die de amygdala bereiken worden vervolgens doorgestuurd naar de hypothalamus, wat de activering van de HPA-as initieert. De hypothalamus produceert corticotropin-releasing hormoon (CRH), dat de hypofyse aanzet tot het maken van adrenocorticotroop hormoon (ACTH).

ACTH reist via het bloed naar de bijnierschors en stimuleert daar de productie van de corticosteroïden cortisol en aldosteron. Aldosteron, onderdeel van het renine-angiotensine-aldosteron-systeem (RAAS), verhoogt de terugresorptie van natrium in het bloed, en als gevolg daarvan ook water en glucose, waardoor het circulerend volume en de bloeddruk toenemen. Dit resulteert in een verbeterde zuurstoftoevoer en energievoorziening voor essentiële organen, zoals hart en spieren.

Cortisol speelt een belangrijke rol in de regulatie van de stressrespons. Het maakt energie beschikbaar uit vet, koolhydraten en eiwitten (gluconeogenese) en zorgt samen met adrenaline voor een gerichte opname van immuuncellen naar het getroffen weefsel om daar een fysiologische immuunrespons in gang te zetten [5].

Cortisol zorgt er vervolgens voor dat ontstekingen niet uit de hand lopen door pro-inflammatoire cytokinen en andere ontstekingsmediatoren te remmen [6]. Cortisol is uiteindelijk verantwoordelijk voor het afschakelen van de HPA-as en het remmen van de sympathicus, waarna alles tot rust kan komen (negatief feedbackmechanisme). Het doet dit overigens niet alleen. Cortisol activeert ook het endocannabinoïdensysteem (endorfine), het opioïde systeem (dopamine, serotonine en GABA) en de hippocampus die alle bijdragen aan het beëindigen van een stressrespons. Als het weer veilig is, wordt het parasympathische zenuwstelsel actief. Er komt dan energie beschikbaar voor herstel, groei, spijsvertering en slaap. 

De pathologie

Bij chronische stress zijn de centrale assen die de homeostase regelen voortdurend geactiveerd. Er kan sprake zijn van een overactief sympathisch zenuwstelsel, een overactieve HPA-as en een overactief RAAS-systeem. Dit heeft tot gevolg dat het lichaam continu in een vecht-vluchtstatus verkeert, omdat het gevaar blijkbaar nog niet is geweken. De ontregeling van allerlei regelsystemen put het lichaam uit, waardoor gezondheidsklachten ontwikkelen.

Bij een overactieve sympathicus activiteit overheerst de sympathicus over de parasympathicus. De productie van noradrenaline en adrenaline blijft doorgaan en de afgifte van glutamaat in de hersenen wordt gestimuleerd. Een chronische vrijzetting van adrenaline zet langdurig de lichaamsbarrières open. Dit kan leiden tot een verhoogde permeabiliteit van de darmbarrière en de bloedhersenbarrière, waardoor het risico op ongewenste indringers of stoffen en vervolgens een actief immuunsysteem toeneemt. Hiermee neemt het risico op het ontwikkelen van endotoxemie (toxische belasting) toe.

Een overmaat aan glutamaat kan schade geven in de hersenen vanwege de neurotoxische eigenschappen. Het draagt bij aan schade aan zenuwcellen, geheugenproblemen en neurodegeneratie. Een actief sympathisch zenuwstelsel gaat gepaard met een verlaagde parasympaticusactiviteit, met als gevolg dat er onvoldoende herstel en spijsvertering plaats kan vinden. Er kunnen spijsverteringsklachten ontstaan, met voedingstekorten en een dysbiose in het microbioom als gevolg.

Door de overactieve HPA-as gaat ook de productie van aldosteron en cortisol door de bijnieren onverminderd door. Ook het RAAS-systeem en daarmee de bloeddruk raakt chronisch geactiveerd, wat op de lange termijn schadelijk is voor met name hart en bloedvaten. De voornaamste rol van cortisol in deze situatie is het beschikbaar maken van energie om de voortdurende stressor te kunnen aanpakken. De energie wordt echter niet verbruikt en wordt veelal opgeslagen in het lichaam als vet.

Voortdurende hoge cortisolwaarden (hypercortisolemie) in het bloed hebben echter meer nadelige consequenties in het lichaam. Door verhoogde cortisol- en glutamaatwaarden neemt de activiteit in de amygdala toe, waardoor deze hyperactief kan worden. Als gevolg hiervan kan  de amygdala gaan groeien, waardoor angst sneller kan optreden [7]. Ook kan schade aan hippocampale neuronen ontstaan. De hippocampus wordt dan minder effectief in het uitschakelen van de HPA-as, waarbij het normaal samenwerkt met GABA, de belangrijkste remmende neurotransmitter die overmatige neuronale activiteit onderdrukt. Ontregelingen op het niveau van de amygdala en hippocampus kunnen gepaard gaan met klachten als gejaagdheid, geheugenproblemen, angststoornissen, depressie en een verhoogde gevoeligheid voor stress.

Het gevaar van hoge cortisolwaarden in het bloed is dat de gevoeligheid voor cortisol in cellen en weefsels afneemt (cortisolresistentie). Er vindt als het ware een downregulatieplaats van receptoren waar cortisol aan kan binden, waardoor cortisol niet meer het gewenste effect kan bereiken. De hypothalamus wordt bijvoorbeeld cortisolresistent, net als de bijnieren. De HPA-as en de sympathicus zijn niet meer gevoelig voor de negatieve terugkoppeling van cortisol en worden als gevolg niet geremd.

Verhoogd cortisol en cortisolresistentie resulteren in allerlei secundaire fysiologische gevolgen, waardoor het risico op disfunctie van het immuunsysteem, stemmingsstoornissen, stofwisselingsziekten en hart- en vaatziekten toeneemt [8]. Cortisol bezet glucosereceptoren, waardoor glucose niet meer opgenomen kan worden in de cellen. Dit heeft hoge bloedsuikerspiegels tot gevolg en kan uiteindelijk leiden tot insulineresistentie. Insulineresistentie ligt aan de basis van ziektebeelden zoals metabool syndroom, obesitas, diabetes en hart- en vaatziekten.

Een verstoring in de cortisolsignalering leidt ook tot een immuunsysteemdysfunctie. Het immuunsysteem wordt cortisolresistent en ongevoelig voor het afschakelen door cortisol. Hierdoor kan langdurig hoog cortisol op den duur leiden tot een pro-inflammatoire status en een verstoring in de regulatiemechanismen zoals regulatoire T-cellen (Tregs). Het risico op auto-immuunziekten, ontspoorde ontstekingsreacties en laaggradige ontstekingen neemt daardoor toe [8]. Immuuncellen die actief blijven in de bloedbaan kunnen daar schade aanrichten en leiden tot endotheelactivatie, wat een belangrijke risicofactor is voor het ontstaan van hart- en vaatziekten.  

Wanneer het lichaam zich in een chronische stresssituatie bevindt met een actief immuunsysteem, gaat het sparen op andere systemen [9]. Zo wordt tryptofaan, de voorloper van serotonine, tijdens chronische stress gebruikt voor andere processen, zoals het leveren van energie aan het immuunsysteem (via de kynurenine-route), waardoor er minder beschikbaar is voor de aanmaak van serotonine. Verstoorde serotonineactiviteit door cortisol leidt tot gevoelens van angst, depressie en een verstoorde slaap (serotonine is een voorloper van melatonine dat slaap reguleert). Serotoninetekorten geven ook een rem op de vrijzetting van GABA in de hersenen, waardoor er geen rust in het systeem komt.

Op den duur kunnen langdurige hoge cortisolwaarden en cortisolresistentie het risico op uitputting van de bijnier en daarmee hypocortisolemie verhogen. Er is dan geen effectieverespons meer op cortisol, waardoor de controle over de stressrespons grotendeels wegvalt. Er ontstaat een chronisch verhoogde staat van ontsteking en immuunactiviteit, waardoor het lichaam niet kan herstellen.

De overactieve HPA-as remt de hypothalamus-hypofyse-schildklier (HPT)-as. Dit komt doordat cortisol de secretie van het schildklier stimulerend hormoon (TSH) remt en het schildklierhormoon T4 omzet naar reverse T3 (rT3) in plaats van het actieve schildklierhormoon T3. Dit leidt tot een onderfunctie van de schildklier. rT3 kan vervolgens energie toewijzen aan het immuunsysteem [10].

Chronische stress ontneemt het lichaam bovendien essentiële bouwstoffen zoals tyrosine voor de productie van schildklierhormonen. Tyrosine is ook een belangrijke bouwstof van adrenaline, en bij chronische stress krijgt adrenaline voorrang.

Een overactieve HPA-as zorgt daarnaast voor onderdrukking van de hypothalamus-hypofyse-gonaden (HPG)-as. Hierdoor komt de productie van geslachtshormonen, zoals oestrogeen, progesteron en testosteron in het gedrang. Dit kan leiden tot gezondheids- en vruchtbaarheidsproblemen.

AFBEELDING?

Figuur 1: Chronische stress leidt tot een verminderde gevoeligheid van het negatieve feedbacksysteem dat de hypothalamus-hypofyse-bijnier (HPA)-as regelt. Het verlies van dit negatieve feedbacksysteem is te wijten aan verhoogde niveaus van circulerende glucocorticoïden zoals cortisol. Ontregeling van de HPA-as resulteert in stroomafwaartse fysiologische gevolgen, waardoor het risico op disfunctie van het immuunsysteem, stemmingsstoornissen, stofwisselingsziekten en hart- en vaatziekten toeneemt [8].

Wat zijn de risicofactoren?

Het ontstaan en voortbestaan van chronische stress wordt vaak beïnvloed door meerdere factoren. Hoe stressoren worden ervaren, is sterk subjectief. Wat de één als stressvol ervaart, kan voor een ander geen probleem zijn. De veerkracht en weerbaarheid (adaptogene capaciteit) van een individu spelen daarbij een belangrijke rol. Hieronder worden risicofactoren voor chronische stress genoemd, maar dit betekent niet dat deze bij iedereen tot een chronische stressreactie leiden. De risicofactoren zijn verdeeld in biologische, psychologische of sociale factoren.

Biologische factoren

  • Ongezond voedingspatroon. Een voedingspatroon dat bestaat uit veelal bewerkte producten en snelle koolhydraten en dat weinig eiwitten en gezonde vetten bevat ondermijnt de normale functies van het lichaam.
  • Nutriëntentekorten. Een eenzijdig voedingspatroon kan leiden tot deficiënties op het vlak van essentiële bouwstoffen, vitaminen of mineralen. Dit kan ook betekenen dat er te weinig energie beschikbaar is om een goede stresstrespons op te tuigen en af te schakelen.
  • Ongezonde leefstijl. Een sedentair bestaan (weinig lichaamsbeweging) leidt tot verzwakking van het lichaam. De capaciteit om effectief te reageren op een stressor is mogelijk verminderd, waardoor stress sneller chronisch kan worden.
  • Prikkelrijke omgeving (geluid, luchtvervuiling, toxinen). Ook continue fysieke prikkels, zoals lawaai, toxinen in de lucht of in voeding, kunnen stress uitlokken in je systeem. Dit kan ook de stressrespons in gang zetten.
  • Hormonale verstoringen. Hormonale verstoringen kunnen het lichaam uit homeostase halen en het moeilijker maken om er weer naar terug te keren. Zorg dragen voor een goede hormonale balans maakt dat je stressbestendiger wordt.
  • Chronische ziekten of pijn. De chronische aanwezigheid van een ziekte beïnvloedt de weerbaarheid van een individu. De adaptogene capaciteit wordt op de proef gesteld. Het kan zijn dat prikkels eerder uitmonden in chronische stress.
  • Pathogene belasting. De aanwezigheid van pathogenen in het lichaam zorgt voor het continu prikkelen van bepaalde systemen. Het maakt dat bepaalde systemen, waaronder het immuunsysteem, niet uit kunnen, omdat er simpelweg gevaarlijke microben aanwezig zijn.
  • Nutriëntentekorten. Een eenzijdig voedingspatroon kan leiden tot deficiënties op het vlak van essentiële bouwstoffen, vitaminen of mineralen. Dit kan ook betekenen dat er te weinig energie beschikbaar is om een goede stresstrespons op te tuigen en af te schakelen.

Psychologische factoren

  • Hoge verwachtingen hebben. Als je de lat hoog legt, ben je geneigd om over je grenzen te gaan en minder rustmomenten te pakken. Het kan zijn dat je te weinig tijd hebt voor herstel of afschakelen van stress-assen.
  • Perfectionisme. Als je perfectionistisch bent, ga je door totdat iets perfect is. Ook dit kan een reden zijn voor het, langer dan goed voor je is, doorgaan met een bepaalde activiteit. Dit kan leiden tot het aanzetten van de stressassen.
  • Negatieve denkpatronen. Het hebben van negatieve gedachten maakt dat je sneller problemen ervaart. Het is moeilijker om met bepaalde situaties om te gaan en effectieve copingmechanismen te ontwikkelen. Mogelijk wordt sneller chronische stress ervaren.

Sociale factoren

  • Verlies/rouw. Als je iets/iemand bent verloren kun je dit als stress ervaren. Als dit te lang duurt, kan het aanspraak doen op de stressassen.
  • Missen van een sociaal netwerk. Het missen van familie, vrienden of anderen om je heen waar je je verhaal kwijt kunt, of waarmee je kunt reflecteren, kan bijdragen aan het ontwikkelen van stress. Anderen kunnen je bijstaan, wijzen op strategieën die helpen om stressoren weg te nemen om je weerbaarheid te vergroten.
  • Druk vanuit omgeving. Ook kan de druk vanuit de omgeving groot zijn. Als er te veel externe stressoren zijn, zoals school/werkdruk, deadlines of geldzorgen, kan je dat in een actieve staat van stress
  • Multitasking. Wanneer je veel taken hebt, of voor verschillende taken tegelijkertijd verantwoordelijk bent, kan dat stress geven. Het zorgt ervoor dat je continu alert moet zijn en onvoldoende rust kan nemen en kan herstellen.
  • Ruzies/onenigheid/ongelijkheid. Als je je over iets opwindt door een ruzie, onenigheid of ongelijkheid, dan wordt je systeem ook geactiveerd. Wanneer dit te lang aanhoudt, levert dat op den duur geen rust op en kun je het als stress ervaren.
  • Mantelzorg en andere chronische zorg.

Uiteraard is deze lijst niet compleet. Maar het geeft een indicatie van het type factoren die bij kunnen dragen aan het vergroten van het risico op chronische stress.

Aan deze indicatie gekoppelde organen

  • Hersenen: een prikkel of stresssituatie wordt waargenomen in de hersenen. Verschillende hersenstructuren werken samen om een passende reactie van het lichaam in gang te zetten.
  • Hersenstam: deze hersenstructuur verbindt de hersenen met het ruggenmerg. Het reguleert essentiële en onbewuste lichaamsfuncties die nodig zijn om te overleven, zoals de ademhaling, de bloeddruk, reflexen en het doorgeven van motorische en sensorische signalen in het lichaam.
  • Amygdala: deze hersenstructuur wordt ook wel de emotionele kern genoemd. De amygdala ontvangt zintuiglijke informatie en beoordeelt het op emotionele en motivationele betekenis. Zodra de amygdala een prikkel bestempelt als stressor, stuurt het signalen naar de hersenstam en de hypothalamus om de stressrespons in gang te zetten. De amygdala koppelt emotionele betekenis aan de stressor, wat belangrijk is voor het herkennen en onthouden van de stressvolle situaties.
  • Hippocampus: deze hersenstructuur speelt een rol in het geheugen, leren, onthouden en in  verbeelding. Het is belangrijk voor het creëren van ons bewuste geheugen voor feiten en gebeurtenissen. De hippocampus kan ook gezien worden als oplossingscentrum. Als de hippocampus op basis van zintuiglijke informatie concludeert dat er een oplossing is en het gevaar in de buitenwereld is geweken, brengt het de HPA-as tot rust met behulp van GABA-productie.
  • Hypothalamus: deze hersenstructuur speelt een essentiële rol in de aansturing van het zenuw- en hormonale stelsel ten einde de homeostatische balans in het lichaam te bewaken. De hypothalamus reguleert bij een verstoring de verschillende assen: HPA-as, hypothalamus-hypofyse-schildklier (HPT)-as en de hypothalamus-hypofyse-gonaden (HPG)-as.
  • Hypofyse: dit is de centrale klier van het hormoonstelsel. Deze hormoonproducerende klier in de hersenen coördineert de activiteit van andere endocriene klieren in het lichaam. Het is in feite de endocriene schakel tussen de hersenen en de periferie.
  • Bijnieren: dit zijn kleine endocriene klieren die als een soort kapje bovenop de nieren liggen. Het zijn doelorganen van de HPA-as. De belangrijke hormonen cortisol, aldosteron en (nor)adrenaline worden in de bijnieren geproduceerd. De bijniermergcellen produceren adrenaline en noradrenaline; cortisol en aldosteron worden in de bijnierschors geproduceerd. Het bijniermerg staat dus onder directe invloed van de sympathicus, terwijl de bijnierschors wordt beïnvloed via de HPA-as.

Aan deze indicatie gekoppelde fysiologiesysteem

  • HPA-as: de hypothalamus-hypofyse-bijnier-as. Deze reageert op gevaar; het wordt ook wel de stress-as genoemd. Stimulatie van de HPA-as zorgt voor de vrijzetting van het corticotropine-releasing hormoon (CRH) door de hypothalamus, dat vervolgens de hypofyse aanzet tot de productie van het adrenocorticotroop hormoon (ACTH). ACTH gaat door het bloed naar de bijnierschors waar het de productie van cortisol en aldosteron door de bijnieren stimuleert. Cortisol is verantwoordelijk voor het reguleren en beëindigen van de stressrespons.
  • Sympathicus: dit deel van het zenuwstelsel heeft vooral een activerende werking. De sympathicus wordt actief wanneer er gevaar dreigt. Het leidt tot de productie van noradrenaline door postganglionaire neuronen (die zich in de locus coeruleus bevinden in de hersenstam) en systemisch door de bijnieren. Postganglionaire neuronen innerveren organen zoals het hart, de bloedvaten en de longen en kunnen leiden tot een verhoogde hartslag, vasoconstrictie en bronchodilatatie. Het lichaam komt in een vecht-vluchtstatus terecht en in staat om te reageren op een prikkel of gevaar.Cortisolhuishouding: cortisol is een hormoon dat door de bijnieren (de bijnierschors) wordt geproduceerd. Er is een basale, ritmische productie van cortisol, waarbij de piekproductie in de ochtend is. Het zorgt ervoor dat we ontwaken in de ochtend (cortisol is een tegenhanger van melatonine) en van belang bij het reguleren van de bloedsuikerspiegel. Cortisol wordt ook geproduceerd als reactie op een stressor. Het helpt het lichaam om te gaan met stress door de beschikbaarheid van glucose te verhogen, niet-essentiële functies zoals de spijsvertering en immuunresponsen te onderdrukken en alertheid te verhogen. Het zorgt daarbij voor het correct afschakelen van de stress-assen wanneer het gevaar is geweken.
  • RAAS: het renine-angiotensine-aldosteronsysteem. Dit is een hormonaal stelsel dat de vochthuishouding, elektrolytenbalans en bloeddruk reguleert in het lichaam. Bij een lage bloeddruk, laag bloedvolume of lage natriumconcentratie in het bloed scheiden de nieren het hormoon renine af, dat het eiwit angiotensinogeen uit de lever omzet naar angiotensine I. Angiotensine I wordt omgezet naar angiotensinogeen II dat bloedvaten vernauwt om de bloeddruk te verhogen en de afgifte van aldosteron (door de bijnieren) en vasopressine stimuleert. Beiden zorgen voor meer water- en natriumterugresorptie in de nieren, waardoor de homeostase gehandhaafd kan worden bij stress of vochtverlies.
  • Glutamaat/GABA huishouding: glutamaat en GABA zijn belangrijke neurotransmitters in het zenuwstelsel. Glutamaat verhoogt de neuronale activiteit; GABA verlaagt de neuronale activiteit en voorkomt over het algemeen overmatige prikkeling. Glutamaat wordt gesynthetiseerd uit het aminozuur glutamine dat door astrocyten wordt geleverd. Glutamaat kan vervolgens omgezet worden in GABA onder invloed van enzymen. Astrocyten spelen een sleutelrol in de glutamaat/GABA-glutamine-cyclus [11].

Aan deze indicatie gekoppelde pathologiesystemen

  • Chronische overactieve HPA-as: bij een overactieve hypothalamus-hypofyse-bijnier-as gaat de productie van de hormonen corticotropine-releasing hormoon (CRH), adrenocorticotroop hormoon (ACTH), cortisol en aldosteron onverminderd door. Er treden allerlei verstoringen in andere assen (HPT-as en HPG-as) en regelsystemen op, waar cortisolresistentie er één van is. Het fysiologische negatieve feedbackmechanisme op de HPA-as door cortisol functioneert dan niet meer, waardoor de HPA-as niet wordt geremd en overactiviteit blijft bestaan.
  • Chronische sympathicusactiviteit: een overactieve sympathicus kan fysiologische, neurologische en cardiovasculaire systemen verstoren. Het stimuleert de verhoogde afgifte van noradrenaline en glutamaat. Het leidt tot een verhoogde hartslag, bloeddruk, bloedglucosespiegels en vetafbraak om de vecht-vluchtreactie optimaal te ondersteunen. Tegelijkertijd zet het een rem op de parasympathicus activiteit, dat de spijsvertering en het immuunsysteem op dat moment onderdrukt.
  • Cortisolresistentie: afname van de gevoeligheid van cellen of weefsels voor cortisol als gevolg van langdurige hoge cortisolspiegels. De cortisolreceptoren op de celmembranen worden naar beneden gereguleerd als gevolg van hoog cortisol. Cortisol kan nergens in het lichaam meer het gewenste effect teweegbrengen, met als gevolg onder andere het wegvallen van de negatieve feedback op de HPA-as, insulineresistentie en immuunsysteemdisfunctie.
  • Verstoorde glutamaat/GABA huishouding: een disbalans in dit systeem kan leiden tot het overheersen van enerzijds de exciterende neurotransmitter glutamaat, en anderzijds de inhiberende neurotransmitter GABA. Glutamaat activeert verschillende receptoren, waaronder de NMDA receptor om zijn werking uit te oefenen. Glutamaat en GABA werken als functionele tegenhangers; de juiste balans is belangrijk om over- of onderprikkeling te voorkomen. Angststoornissen worden vaak gekenmerkt door een tekort aan GABA of een overmaat aan glutamaat. Depressie kan een disfunctie zijn in zowel het glutamaat- als het GABA-systeem.
  • Verstoord RAAS-systeem: het RAAS-systeem is bedoeld als een kortetermijnmechanisme om na een verstoring de bloeddruk en vochtbalans weer in homeostatisch gebied te verkrijgen. Als dit langdurig plaatsvindt ontstaan er pathologische veranderingen. Een blijvend hoge bloeddruk kan leiden tot atherosclerose, hartziekten en nierproblemen. De ontstekingsbereidheid neemt toe en ook metabole stoornissen zoals insulineresistentie kunnen ontstaan.

Hulpvragen

  • Hyperactief/gejaagd voelen. Chronische stress activeert de stressassen in het lichaam. Het zet het lichaam op ‘aan’ of ‘actief’ en probeert de stress te reguleren. Dit kan gepaard gaan met hyperactieve gevoelens of gejaagd zijn
  • Hartkloppingen. Chronische stress activeert de stress-assen in het lichaam. Het zet het lichaam op ‘aan’ of ‘actief’ en probeert de stress te reguleren. Er wordt extra capaciteit van het hart gevraagd, waardoor hartkloppingen ervaren kunnen worden.
  • Vermoeidheid. Er wordt energie vrijgemaakt voor regelsystemen die helpen het lichaam weer in homeostase te brengen. Vermoeidheid is een logisch gevolg van stress, om extra energie te sparen en niet onnodig te gebruiken ten tijde van stress.
  • Weinig energie hebben. Er wordt energie vrijgemaakt voor regelsystemen die helpen het lichaam weer in homeostase te brengen. Vermoeidheid is een logisch gevolg van stress, om extra energie te sparen en niet onnodig te gebruiken ten tijde van stress.
  • Slecht slapen. Chronische stress gaat gepaard met hoge cortisolwaarden. Verhoogd cortisol zorgt voor disregulatie in hormonale systemen, waaronder de synthese van serotonine dat het voorloperhormoon is van het slaaphormoon melatonine.
  • Concentratieproblemen. Tijdens chronische stress is minder energie beschikbaar voor de hersenen en is er sprake van disregulatie van hormonale systemen, waardoor concentratieproblemen kunnen ontstaan.
  • Geheugenverlies. Tijdens chronische stress is minder energie beschikbaar voor de hersenen en is er sprake van disregulatie van hormonale systemen, waardoor concentratieproblemen kunnen ontstaan.·       
  • Prikkelbaar. Tijdens chronische stress is minder energie beschikbaar voor de hersenen en is er sprake van disregulatie van hormonale systemen. Er ontstaat minder rust in het systeem wat kan leiden tot gevoelens van overprikkeling
  • Angstig. Door de verstoorde glutamaat/GABA-huishouding kunnen symptomen als angst ontstaan.
  • Depressief. Door de verstoorde glutamaat/GABA-huishouding kunnen depressieve klachten ontstaan.
  • Hoofdpijn. Aanhoudende stress kan leiden tot neuroinflammatie, verhoogde pijngevoeligheid, vasculaire veranderingen en een verminderd energie metabolisme in het brein, met hoofdpijn als gevolg [12].·       
  • Spijsverteringsklachten. Chronische stress gaat gepaard met activiteit van het sympathische zenuwstelsel, terwijl het parasympathische zenuwstelsel onderdrukt wordt. Dit betekent dat er minder ruimte is voor een goede spijsvertering, waardoor klachten als maagpijn, buikpijn en spijsverteringsstoornissen kunnen ontstaan. Dit kan leiden tot een verminderde opname van voedingsnutriënten.
  • Huidklachten. Langdurige stress verzwakt de lichaamsbarrières, waaronder ook de huid. Er ontstaan sneller klachten zoals een onrustige huid, jeuk, bultjes en eczeem.
  • Verminderde weerstand. Doordat het lichaam in een alerte staat verkeert wordt het immuunsysteem onderdrukt, waardoor de kans of infecties, verkoudheid en griep.

Leefstijlinterventies

  • Inzichtelijk maken van stressoren. Bewustwording en inzicht in stressoren die op een specifiek moment aanwezig zijn helpen om gerichte acties te kunnen ondernemen om ze te minimaliseren.
  • Zelfzorg en het bewaken van grenzen. Het goed bewaken van eigen grenzen verkleint het risico op chronische stress en overbelasting.
  • Adaptogene capaciteit. De snelheid waarmee iemand na verstoring van de homeostase in staat is daarin terug te keren, bepaalt de adaptogene capaciteit. Des te sneller de homeostase wordt teruggewonnen, des te groter de adaptogene capaciteit, en des te flexibeler en gezonder diegene is. Door het vergroten van de adaptogene capaciteit kan de homeostase sneller hersteld worden. Hormetische prikkels op zowel fysiek vlak (zoals kou, honger of dorst) als mentaal vlak helpen de adaptogene capaciteit vergroten [13,14].
  • Steun zoeken. Het kan helpend zijn door op tijd steun te zoeken bij vrienden, familie of professionals.
  • Zingeving. Door iets te doen wat plezier en zin geeft wordt het risico op chronische stress kleiner.

Interventiestoffen

  • Omega 3-vetzuren. Omega 3-vetzuren zijn samen met de omega 6-vetzuren essentiële componenten van celmembranen. Ze reguleren flexibiliteit en communicatie tussen cellen. Vloeibare celmembranen verbeteren de stressbestendigheid. Daarbij reguleren ze ontstekingsreacties; voldoende omega 3 is nodig om immuunactivatie te stoppen en processen weer naar homestase te brengen. De behoefte aan (omega 3)-vetzuren stijgt bij een hogere inname van de omega 6-vetzuren. Het Westerse voedingspatroon bevat relatief veel omega 6, hetgeen de omega 3-behoefte verder vergroot.
  • Magnesium. Magnesium heeft invloed op de systemen die bij stress ontregeld raken. Het heeft een ontspannende werking op het neuromusculaire systeem en een regulerende werking op neurotransmitters. Magnesium helpt ook NMDA-receptoren in balans te houden en beschermt tegen overstimulatie door glutamaat.
  • Taurine. Taurine beschermt cellen tegen oxidatieve stress en schade in het lichaam door stressoren. Het is structureel verwant met de inhiberende neurotransmitter GABA en heeft daarbij ook een agonistische werking op GABA. Taurine brengt rust in het systeem.
  • Zink. Stress bevordert de zinkuitscheiding, waardoor extra inname van zink gewenst is om allerlei processen te ondersteunen. Zink maakt deel uit van allerlei enzymsystemen en is noodzakelijk voor celdifferentiatie en alle groeiprocessen.
  • Co-enzym Q10. Q10 is essentieel voor de productie van ATP en energiestofwisseling in de mitochondriën. Co-enzym Q10 (in de vorm van ubiquinol) is een krachtige vetoplosbare antioxidant en radicaalvanger en beschermt het lichaam tegen schade door oxidatieve stress.
  • PQQ. PQQ bevordert de groei en functionaliteit van mitochondriën, wat essentieel is voor de energieproductie in de desbetreffende cel. Het ondersteunt cellen in hun functie, mogelijk ook GABA-erge neuronen.
  • Tyrosine. Dit is een voorloper van catecholamines zoals noradrenaline en dopamine die tijdens stress uitgeput kunnen raken. Het verhogen van de beschikbaarheid van tyrosine kan mogelijk negatieve effecten van stressvolle situaties verminderen.
  • B vitaminen. B-vitaminen zijn essentieel voor de energiestofwisseling. In alle lichaamsprocessen werken B-vitaminen nauw met elkaar samen. Ze zijn daarnaast onmisbaar bij de synthese van neurotransmitters en regulatie in het brein tijdens stress. B vitaminen-tekorten worden geassocieerd met een verhoogde stressgevoeligheid.
  • Choline: is een precursor van een belangrijkste neurotransmitter binnen het parasympatische zenuwstelsel. Het is van belang voor rust en herstel van het lichaam
  • Vitamine D. Vitamine D is belangrijk voor het reguleren van stress. Het speelt een rol bij de aanmaak van neurotransmitters en algemene hersenfunctie. Vitamine D heeft een kalmerend effect en verbetert de gemoedstoestand.
  • Vitamine C. Vitamine C ondersteunt de functie van mitochondriën, de energieproductie en is van belang voor de synthese van neurotransmitters zoals adrenaline en noradrenaline. Het draagt bij aan het verminderen van stressgerelateerde klachten.
  • Eleutherococcus sentinocus (Siberische Giseng). Dit is een adaptogene plant die homeostase bevordert en het immuunsysteem ondersteunt.
  • Schisandra chinensis. Dit is een adaptogene plant die homeostase bevordert en het immuunsysteem ondersteunt.
  • Withania somnifera (ashwagandha of Indiase ginseng). Dit is een adaptogene plant die helpt bij onder meer stress, angst, vermoeidheid, slapeloosheid en geheugenproblemen. Het verlaagt cortisolspiegels en heeft een GABA-erg effect.
  • Panax Ginseng (Chinese ginseng). Dit is een adaptogene plant die het immuunsysteem dempt.
  • Panax quinquefolius (Amerikaanse ginseng). Dit is een adaptogene plant die bijdraagt aan stabilisatie van fysiologische processen en homeostase bevordert.
  • Rhodiola rosea (rozenwortel). Dit is een adaptogene plant die kalmeert, helpt bij lichamelijke en geestelijke stress en angst-, spanning- en stressklachten vermindert.
  • Ginkgo biloba. Dit is een adaptogene plant die homeostase bevordert. Ginkgo biloba beïnvloedt de HPA-as, specifiek de hypothalamus en de aanmaak het stressregulerende hormoon cortisol. Het ondersteunt de synthese van neurotransmitters en verbetert de afgifte van GABA. Ginkgo biloba werkt stressverlagend en heeft een gunstig effect op de gemoedstoestand.
  • Camellia sinensis. Dit is een groene theeplant die L-theanine bevat. L-theanine vertoont synergie met GABA en kan een GABA-erg effecten teweegbrengen. Camellia sinensis werkt rustgevend
  • Groene thee extract (EGCG). De stof epigallocatechinegallaat (EGCG) in groene thee ondersteunt stressreacties, deels door een GABA-erg effect.
  • Valeriana officinalis. Valeriaan bevat verschillende bestanddelen, waaronder GABA, die rustgevend en stressmodulerend werken.
  • Melissa officinalis. Melissa heeft een kalmerende werking. Het ondersteunt de werking van neurotransmitters in het brein en zorgt ervoor dat er minder GABA wordt afgebroken en er meer GABA beschikbaar blijft.
  • Hypericum perforatum (St. Janskruid). Hypericum beïnvloedt de concentratie van neurotransmitters en daarmee de hersenfunctie. Het vermindert inflammatie en oxidatieve stress en verhoogt de activiteit van de kalmerende neurotransmitter GABA. Het remt de heropname, zodat GABA langer beschikbaar blijft.
  • Salvia officinalis (Echte salie). Salvia werkt rustgevend en kalmerend voor het lichaam.
  • Curcuma longa. Curcuma verhoogt de beschikbaarheid van neurotransmitters (voorkomt afbraak) en vermindert inflammatie en oxidatieve stress. Het is effectief in het verbeteren van de gemoedstoestand.
  • GABA. GABA is een inhiberende, kalmerende neurotransmitter. Het verhogen van GABA en verbeteren van de GABA-huishouding brengt rust in het systeem.
  • Crocus sativus (saffraan). Crocus verbetert de stemming en gemoedstoestand en kan effectief zijn in tijden van stress.

Diagnostiek

Een speekseltest is een betrouwbare manier om meer te weten te komen over specifieke stressparameters en hormonen. De hormoonbepaling uit speeksel is bijzonder zinvol omdat het beoogde vrije, biologisch actieve deel van de hormonen wordt bepaald. Het volgende kan gemeten worden:

  • Stressprofiel: ter bepaling van de stressbelasting. Een cortisol dagprofiel wordt bepaald (7 metingen die resulteren in 5 waarden) en DHEA (de tegenhanger van cortisol) in de ochtend en avond.
  • Stressprofiel: alleen cortisolbepaling (7 metingen die resulteren in 5 waarden)
  • CAR (cortisol awakening response): geeft een inschatting van de adrenale activiteit van de hypothalamus-hypofyse-bijnier-as (HPA). De patiënt neemt daarbij binnen het eerste uur na het opstaan ‘s ochtends vijf speekselmonsters af ter bepaling van het cortisol.
  • Cortisol bepaling: ter bepaling van de actuele hormonale status in de ochtend na het ontwaken (3 metingen resulteren in 1 waarde).
  • Hartslagvariabiliteit (HRV) meting. Een HRV-uitslag geeft inzicht in de variatie in tijd tussen opeenvolgende hartslagen. Deze variatie wordt beïnvloed door het autonome zenuwstelsel en is een belangrijke indicator van de balans tussen het sympathische (vecht-of-vlucht) en parasympathische (rust-en-herstel) zenuwstelsel. Waarbij een hoge HRV wijst op een hoge variatie en een flexibel en gezond autonoom zenuwstelsel; en een lage variatie duidt op een verminderde flexibiliteit waar stress aan ten grondslag kan liggen.

Referenties

[1]          Mariotti A. The effects of chronic stress on health: new insights into the molecular mechanisms of brain-body communication. Future Sci OA 2015;1:FSO23. https://doi.org/10.4155/fso.15.21.

[2]          Motzer SA, Hertig V. Stress, stress response, and health. Nurs Clin North Am 2004;39:1–17. https://doi.org/10.1016/j.cnur.2003.11.001.

[3]          Radley JJ, Herman JP. Preclinical Models of Chronic Stress: Adaptation or Pathology? Biol Psychiatry 2023;94:194–202. https://doi.org/10.1016/j.biopsych.2022.11.004.

[4]          RIVM. Mentale gezondheid | RIVM n.d. https://www.rivm.nl/gezondheidsonderzoek-covid-19/kwartaalonderzoek-volwassenen/mentale-gezondheid (accessed November 27, 2024).

[5]          Dhabhar FS, Malarkey WB, Neri E, McEwen BS. Stress-induced redistribution of immune cells--from barracks to boulevards to battlefields: a tale of three hormones--Curt Richter Award winner. Psychoneuroendocrinology 2012;37:1345–68. https://doi.org/10.1016/j.psyneuen.2012.05.008.

[6]          Hannibal KE, Bishop MD. Chronic Stress, Cortisol Dysfunction, and Pain: A Psychoneuroendocrine Rationale for Stress Management in Pain Rehabilitation. Phys Ther 2014;94:1816–25. https://doi.org/10.2522/ptj.20130597.

[7]          Caetano I, Amorim L, Soares JM, Ferreira S, Coelho A, Reis J, et al. Amygdala size varies with stress perception. Neurobiol Stress 2021;14:100334. https://doi.org/10.1016/j.ynstr.2021.100334.

[8]          Sheng JA, Bales NJ, Myers SA, Bautista AI, Roueinfar M, Hale TM, et al. The Hypothalamic-Pituitary-Adrenal Axis: Development, Programming Actions of Hormones, and Maternal-Fetal Interactions. Front Behav Neurosci 2020;14:601939. https://doi.org/10.3389/fnbeh.2020.601939.

[9]          Bobba-Alves N, Juster R-P, Picard M. The energetic cost of allostasis and allostatic load. Psychoneuroendocrinology 2022;146:105951. https://doi.org/10.1016/j.psyneuen.2022.105951.

[10]       Pruimboom L. The Selfish Immune System when the Immune System Overrides the ‘Selfish’ Brain, 2020.

[11]       Andersen JV, Schousboe A. Milestone Review: Metabolic dynamics of glutamate and GABA mediated neurotransmission - The essential roles of astrocytes. J Neurochem 2023;166:109–37. https://doi.org/10.1111/jnc.15811.

[12]       Sic A, Bogicevic M, Brezic N, Nemr C, Knezevic NN. Chronic Stress and Headaches: The Role of the HPA Axis and Autonomic Nervous System. Biomedicines 2025;13:463. https://doi.org/10.3390/biomedicines13020463.

[13]       Hill Y, Kiefer AW, Oudejans RRD, Baetzner AS, Den Hartigh RJR. Adaptation to stressors: Hormesis as a framework for human performance. New Ideas in Psychology 2024;73:101073. https://doi.org/10.1016/j.newideapsych.2024.101073.

[14]       Kouda K, Iki M. Beneficial effects of mild stress (hormetic effects): dietary restriction and health. J Physiol Anthropol 2010;29:127–32. https://doi.org/10.2114/jpa2.29.127.