Steeds meer bewijs voor interactie hersenen en immuunsysteem

vrijdag 11-november-2016

Binnen de klinische PNI weten we al lang dat de hersenen en het immuunsysteem voortdurend met elkaar ‘praten’.  Het wetenschappelijk bewijs daarvoor neemt de laatste jaren alleen maar toe. Een kort overzicht van de belangrijkste resultaten.

In 1981 ontdekte één van de grondleggers van de psycho-neuro-immunologie, David Felten, een netwerk van zenuwen dat communiceerde met componenten van het immuunsysteem, zoals lymfocyten, macrofagen en mastcellen. Later werd dit verband ook andersom vastgesteld: het immuunsysteem bleek ook direct te kunnen communiceren met het zenuwstelsel. In dit verband zijn vooral de zogenaamde neuropeptiden interessant.  

 

Neuropeptiden veranderen de hersenen

Neuropeptiden lijken in zekere zin wat op neurotransmitters. De neuronen gebruiken ze om onderling met elkaar te communiceren. Tot op heden zijn er meer dan honderd verschillende neuropeptiden gevonden die een rol spelen binnen het zenuwstelsel. Maar waar neurotransmitters een kortdurend effect hebben, zijn neuropeptiden langduriger van kracht.

Neuropeptiden zijn in staat om de genexpressie te beïnvloeden én nieuwe synapsen aan te maken. Ze kunnen de hersenen, in tegenstelling tot neurotransmitters, dus werkelijk voor langere termijn veranderen. En dat doen ze vooral op het gebied van emoties en andere psychologische functies. Zo spelen neuropeptiden een rol in het beloningsgedrag, sociaal gedrag, voortplanting, geheugen en leervermogen.

 

Diepe integratie van systemen

De afgelopen decennia heeft de klinische PNI in navolging van Felten steeds meer blootgelegd van de diepe integratie tussen het zenuwstelsel en immuunsysteem. Er worden steeds meer reactiepaden ontdekt die verantwoordelijk zijn voor een goede communicatie tussen de twee.

Het zou te ver gaan om alle verbanden in dit korte artikel bloot te leggen. Daarom hebben we het hier alleen over de HPA-as. De HPA-as is het netwerk dat de hypothalamus, hypofyse en bijnieren met elkaar verbindt. De drie genoemde organen zijn betrokken bij het reguleren van stressreacties, spijsvertering, immuunsysteem, seksualiteit, stemming en energieverbruik.

 

Langdurig verhoogde stressniveaus

Een belangrijk hormoon dat een rol speelt binnen de HPA-as, is corticotropine-releasing hormone (CRH). De hypothalamus maakt dit hormoon vrij in reactie op stress, ziekte, lichaamsbeweging, wanneer er cortisol in het bloed zit en bij de slaap-waakcyclus. Direct na het ontwaken piekt het, waarna het de rest van de dag langzaam daalt.

Maar als je gestrest bent, verliest de productie van cortisol haar ritmische karakter en wordt er steeds een beetje cortisol geproduceerd, terwijl de totale hoeveelheid aan cortisol over een dag geproduceerd kleiner is dan bij mensen die niet aan chronische stress lijden. Stress wordt door het lichaam waargenomen als dreigend gevaar. In reactie daarop zorgt cortisol voor een aantal veranderingen in de stofwisseling om ervoor te zorgen dat er voldoende energie beschikbaar is.

Tijdens acute stress wordt het dure deel van het immuunsysteem geremd, terwijl de barrières beter afgesloten worden. Op deze manier wordt glucose gespaard voor de hersenen en de spieren, terwijl het lichaam tegelijkertijd beschermd is tegen mogelijke indringers. Deze manier van energieverdeling levert dan ook een evolutionair voordeel op.

Chronische stress wordt echter ook waargenomen als gevaar en leidt dus tot verlies van het cortisol-ritme en daarmee tot verlies van cortisolgevoeligheid. Het verlies van cortisol-gevoeligheid betekent dat het dure deel van het immuunsysteem niet meer onderdrukt kan worden, wat dan automatisch leidt tot chronische activatie van dat immuunsysteem, verdeling van energie ernaar toe en verlies van energie in andere organen en zelfs de hersenen.

 

Oxytocine kalmeert de HPA-as

Gelukkig bestaan er stoffen die juist helpen om de HPA-as weer in ritme te brengen. Neem oxytocine, een buitengewoon interessant neuropeptide. De stof wordt bij iedereen in meer of mindere mate aangemaakt bij positief intermenselijk contact. Een hoog gehalte ervan wordt geassocieerd met een gevoel van vertrouwen en verbondenheid.

Opvallend is dat er bij mensen met autisme is aangetoond dat er sprake kan zijn van een verlaagd oxytocinegehalte, hetgeen de problemen in de intermenselijke (non-verbale) communicatie zou kunnen verklaren.  Maar er is in ieder geval bewijs dat oxytocine helpt bij het weer in ritme brengen van de HPA-as. Ook is aangetoond dat een gekalmeerde HPA-as gezondheidsvoordelen oplevert, zoals een versnelde wondheling.

De interactie tussen de hypothalamus, hypofyse en bijnieren is complex. De klinische PNI verdiept zich daarom nog steeds in de HPA-as en zijn werking, alsmede diverse andere assen en reactiepaden die de verschillende lichaamssystemen met elkaar verbinden. Wat wel duidelijk is, is dat een behandeling van stress en de bijbehorende gezondheidsklachten niet succesvol kan zijn zonder begrip van de HPA-as.

 

Elke stressor geeft een andere immuunreactie

Uit een meta-analyse van 300 onderzoeken blijkt dat verschillende soorten stress effect hebben op verschillende aspecten van het immuunsysteem. Daarbij werden kortdurende stressoren, zoals examens, vergeleken met chronische stressoren, zoals levensveranderende gebeurtenissen.

Kortdurende stressoren blijken de neiging te hebben om de immuniteit tegen virussen te onderdrukken, terwijl de humorale immuniteit normaal blijft. De humorale immuniteit beschermt tegen pathogenen buiten de cel, zoals parasieten en bacteriën. Chronische stressoren hadden de neiging om beide soorten immuniteit langdurig te onderdrukken. Hierdoor wordt men bevattelijker voor allerhande aandoeningen.

Onderzoek laat steeds weer zien dat mensen in stressvolle situaties meetbaar anders reageren op letsel. Of dit nu vertraagde wondheling is, vaker voorkomende infecties of een chronische laaggradige ontsteking. Stress heeft dus een meetbaar effect op de kracht van het immuunsysteem en dus ook op het vermogen om ons te beschermen. Stressmanagement kan dus werkelijk helpen om het immuunsysteem een boost te geven.

 

Conclusie

Jarenlang werd gedacht dat het immuunsysteem een autonoom werkend systeem was. Dat blijkt niet het geval te zijn: de hersenen en het immuunsysteem zijn voortdurend met elkaar ‘in gesprek’. Maar er communiceren nog veel meer systemen met elkaar in ons lichaam. Voorzie daarom in een behandeling die alle aspecten daarvan in overweging neemt vooraleer tot behandeling over te gaan.


Bronnen 

Suzanne C. Segerstrom, Gregory E. Miller, Psychological Stress and the Human Immune System: A Meta-Analytic Study of 30 Years of Inquiry, Psychol Bull . 2004 July ; 130(4): 601–630.