Neurowetenschappers hebben voor het eerst aangetoond dat darmbacteriën “praten” met de hersenen over wat er gegeten moet worden. Het onderzoek is 25 april jongstleden gepubliceerd in PLOS Biology. De onderzoekers vonden twee soorten darmbacteriën die rechtstreeks invloed hebben op de nutriëntbehoefte en voedingskeuze van dieren.
Het wordt steeds duidelijker dat de interactie van nutriënten met het microbioom een unieke invloed heeft op onze gezondheid. Neem bijvoorbeeld L-carnitine, dat vroeger wel eens in verband werd gebracht met hartproblemen. In werkelijkheid is het niet L-carnitine dat problemen geeft, het is de darmflora; bepaalde ongunstige darmbacteriën zetten L-carnitine uit rood vlees om in de schadelijke stof trimethylamine (TMAO). Zijn er ook gunstigere interacties?
Zeker: de gezondheidsvoordelen van cacao bijvoorbeeld, blijken niet puur en alleen in de cacaoboon te zitten. Cacao wordt onder andere door Bifidum gefermenteerd tot ontstekingsremmende polyfenolen met een gunstig effect op de hartgezondheid. Fermentatie kan gestimuleerd worden door er een stukje fruit bij te eten, zeggen de onderzoekers. Maar kunnen de darmbacteriën ook zelf aangeven wat ze willen eten? Volgens het onderzoek in PLOS Biology wel.
Experimenten laten zien dat een tekort aan bepaalde aminozuren bij fruitvliegen zorgt voor een slechtere vruchtbaarheid en verhoogde behoefte aan eiwitrijk voedsel. Het maakte niet uit welk aminozuur wordt weggelaten. Vervolgens testten de onderzoekers het effect van weglating op vijf verschillende soorten bacteriën die bij fruitvliegen in het wild voorkomen.
Er bleken twee soorten darmbacteriën te bestaan die de verhoogde behoefte aan eiwit bij de fruitvliegen konden terugdraaien. Deze adaptatie in het microbioom zorgt er mogelijk voor dat de fruitvliegen zich beter kunnen aanpassen aan ongunstige omstandigheden.
Eerst dachten de onderzoekers dat de bacteriën zorgden voor aanvulling met aminozuren bij de fruitvliegen. Maar dit kwam niet uit de experimenten naar voren. De darmbacteriën “leken een verandering in de stofwisseling te veroorzaken die direct invloed heeft op de hersenen en het lichaam. Hierdoor denken de hersenen dat er eiwitverzadiging is opgetreden”, aldus de onderzoekers.
Het werkingsmechanisme is nog niet opgehelderd. De specifieke darmbacteriën komen ook bij mensen voor, maar de mens kent een veel grotere soortenrijkdom. Het onderzoek laat in ieder geval zien dat de darmflora een nog grotere invloed op onze lichamelijke en geestelijke gesteldheid heeft dan we al dachten.