Naast veel enthousiaste reacties hebben jullie ook veel vragen gesteld. Uiteraard hebben dr. Leo Pruimboom en dr. Michael Murray die niet allemaal tijdens het symposium kunnen beantwoorden. Hieronder beantwoorden we de belangrijkste. Vanzelfsprekend gaan we je nog veel meer toelichting geven op de wetenswaardigheden die tijdens de lezingen aan bod zijn gekomen; het jaar van de energie is immers nog maar net begonnen.
In dit artikel zullen we ingaan op praktische vragen, zodat je hier vandaag nog mee aan de slag kunt. Eén van de vragen die werden gesteld luidt: ‘Hoe kun je onder chronische stress de mitochondriën aan de praat krijgen?’. Een van de webinars, als vervolg op het symposium, ging in op de vijf V’s voor meer ATP (adenosinetrifosfaat) waarin onder andere handvatten gegeven werden voor het aanzetten van de mitochondriën in stresssituaties.
Bij stress is het adrenalineniveau in het lichaam verhoogd en er vindt anaerobe verbranding plaats in het lichaam. Met name door te bewegen stimuleer je de aerobe verbranding. Let wel, de mate van bewegen moet aansluiten bij de mogelijkheden van uw cliënt en adviseer het liefst nuchtere en matig intensieve beweging (bijvoorbeeld wandelen of rustig joggen). Indien de cliënt rolstoelgebonden is, wees dan creatief en overleg met uw cliënt welke sporten hij of zij wel kan beoefenen. Te denken valt aan rolstoeldansen of handbiken.
Tevens kun je de mitochondriën een handje helpen door onder andere Pyrroloquinoline Quinone (PQQ) in te zetten als onderdeel van de behandeling. We adviseren je altijd eerst naar het voedingspatroon te kijken en dit zo aan te passen dat uw cliënt voldoende voeding binnenkrijgt waar PQQ van nature in aanwezig is.
De stof wordt om te beginnen aangetroffen in moedermelk. Daarnaast lijkt het waarschijnlijk dat micro-organismen de belangrijkste bron zijn voor zowel planten als dieren. Echter, de gewone bacteriestammen in het darmkanaal lijken maar weinig PQQ te synthetiseren. Dit maakt voedsel de belangrijkste bron. Het werd in alle geanalyseerde plantaardige voedingsmiddelen aangetroffen, maar vooral in groene paprika, kiwi, papaja, peterselie en tofu. Deze voedingsmiddelen bevatten 2–3 µg per 100 g. Groene thee bevat ongeveer dezelfde hoeveelheid per 120 ml. Geschat wordt dat mensen gemiddeld 0,1–1,0 mg PQQ per dag binnenkrijgen. De aanwezigheid ervan in de voeding en de negatieve effecten van het schrappen uit de voeding doet denken dat het gaat om een vitamine, ofwel essentiële of nuttige voedingsstof (Kumazawa et al., 1995, Kato et al. 2018).
Een andere vraag ging over het verbeteren van de mitochondriën bij ziektes, zoals het sick euthyroid syndrome. Ook deze mensen kunnen baat hebben bij leefstijltherapie, inclusief beweging, voeding en eventueel suppletie met PQQ, om de mitochondriën weer aan de praat te krijgen. De aandoening zit de therapie niet in de weg en PQQ kan bijvoorbeeld dus gewoon gegeven worden tijdens de behandeling van schildklierproblemen.
Als je kiest voor PQQ-suppletie, omdat de voeding niet toereikend is en uw client snel resultaat wilt merken, adviseer je 20 mg verspreid over de dag. ’s Ochtends 10 mg en ’s avonds 10 mg, beide momenten tijdens of vlak na de maaltijd. Door de inname te verspreiden werkt PQQ in op de cellen die de uren erna actief zijn. Kies je voor ubiquinolsuppletie, bijvoorbeeld als aanvulling op PQQ, dan varieert de adviesdosering tussen de 50 en 300 mg per dag, afhankelijk van de indicatie. Een lijst van indicaties vind je in de monografie. Het beste wordt ubiquinol verdeeld over de dag ingenomen.
Andere suppletieadviezen die tijdens het symposium aan bod kwamen, en waar vragen over waren, zijn die van thiamine. Voor een goed functionerende citroenzuurcyclus heeft het lichaam verschillende B-vitamines nodig, waaronder thiamine, dat tevens is in te zetten binnen een therapie bij mitochondriale disfunctie. Het liefst in combinatie met andere B-vitamines. Bij de behandeling voor herstel van energieaanmaak adviseer je tijdelijk tussen de 300-600 mg. Na de therapie volstaat een standaard multivitamine als aanvulling op de voeding, die van zichzelf met voldoende variatie rijk hoort te zijn aan B-vitamines. Deze zitten voornamelijk in dierlijke voedingsmiddelen, zoals vlees, maar ook in noten.
PQQ is een product dat je acuut adviseert. Zet het dus niet preventief of levenslang in, hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld Q10. Wel adviseren we een goede basissuppletie met onder andere een goede multivitamine, omega-3 visolie en vitamine D. Je leest meer over dit onderwerp in de whitepaper basissuppletie. Zowel PQQ als thiamine zijn veilig bevonden door de EFSA (EFSA, 2011 & EFSA, 2017). Voor thiamine is er geen maximale dosering noch veilige bovengrens vastgesteld. Bijwerkingen van een te hoge inname zijn nauwelijks gerapporteerd.
Voor meer informatie over PQQ bekijk je de monografie PQQ.
[1] EFSA (2011). Scientific Opinion on the safety and efficacy of vitamin B1 (thiamine mononitrate and thiamine hydrochloride) as a feed additive for all animal species based on a dossier submitted by DSM Nutritional Products. Geraadpleegd van: https://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/2413
[2] EFSA (2017). Safety of pyrroloquinoline quinone disodium salt as a novel food pursuant to Regulation (EC) No 258/97. Geraadpleegd van: https://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/5058
[3] Kato et al. (2018). Determination of pyrroloquinoline quinone by enzymatic and LC-MS/MS methods to clarify its levels in foods. PLoS One. 13(12) doi: 10.1371/journal.pone.0209700
[4] Kumazawa T, Sato K, Seno H et al (1995) Levels of pyrroloquinoline quinone in various foods. Biochem J 307:331–333
[5] Voedingonline (2018). Alles over thiamine. Toxiciteit [Ebook]. Geraadpleegd van: https://www.voedingonline.nl/page/E-books/E-book/47/Alles-over-Thiamine/hoofdstuk/154/7.+TOXICITEIT