Sojabonen hebben een lange en gerespecteerde geschiedenis als plantaardig voedsel dat een grote hoeveelheid hoogwaardige eiwitten en andere waardevolle voedingsstoffen levert en alleen al daarom verdient soja een belangrijke plaats in ons voedingspatroon. Recent is de wetenschappelijke aandacht voor soja aangewakkerd doordat een hoge sojaconsumptie (zoals in veel Aziatische landen voorkomt) in verschillende studies in verband werd gebracht met een verlaagde incidentie van menopausale problemen, cardiovasculaire aandoeningen en osteoporose. Zodra deze Aziaten een westers voedingspatroon aannamen, steeg het ziekterisico weer naar westerse niveaus. Veel wetenschappers schrijven deze effecten (al dan niet uitsluitend) toe aan de effecten van zogenaamde fyto-oestrogenen. Het traditionele Aziatische voedingspatroon is namelijk rijk aan sojaproducten en lijnzaad, wat belangrijke bronnen van fyto-oestrogenen zijn, vooral in de vorm van isoflavonen en lignanen. De laatste jaren wordt echter meer en meer duidelijk dat waarschijnlijk niet alleen fyto-oestrogenen voor bovengenoemde gunstige effecten verantwoordelijk zijn, maar dat ook diverse andere plantenstoffen uit soja een belangrijke rol spelen. Veel fabrikanten hebben in de laatste jaren formules op de markt gebracht die door allerlei extractiemethoden hoge concentraties isoflavonen bevatten. Bij het productieproces verdwijnen echter belangrijke stoffen als fytosterolen, oligosacchariden, lecithine en fytinezuur, nog afgezien van fytonutriënten waarvan het belang nog ontdekt moet worden. In de kiem van de sojaboon zijn belangrijke nutriënten geconcentreerd en het is van belang dat deze zo min mogelijk wordt bewerkt, om het natuurlijk profiel van fytonmutriënten zo weinig mogelijk te verstoren. Het resultaat is een product dat niet alleen een belangrijke hoeveelheid isoflavonen bevat, maar daarnaast ook het hele spectrum aan nutriënten uit de sojakiem levert.
Sojaproducten zijn in verband met gebracht met de volgende eigenschappen:
- Menopausale problemen: Uit epidemiologisch onderzoek blijkt een verband tussen consumptie van sojaproducten en het optreden van menopausale problemen. Komen opvliegers bij 80% van de Europese vrouwen in de menopause voor. Bij Aziatische vrouwen is dat bij slechts 20% het geval.
- Hart- en vaatziekten: Tot aan de menopauze hebben vrouwen een 3,5 maal kleinere kans op het krijgen van hart- en vaatziekten. Er is een duidelijk verband met soja. In een vaak geciteerde meta-analyse van 38 klinische onderzoeken bleek een hoeveelheid soja overeenkomend met 25 gram soja-eiwit per dag in staat om het totaal serum cholesterol (9,3% reductie), LDL-cholesterol (12,9% reductie) en de serumtriglyceriden (10,5% reductie) te verlagen. Resultaten van deze en aanvullende studies waren uiteindelijk zo overtuigend voor de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) dat de FDA nu de claim heeft toegestaan dat consumptie van 25 gram sojaeiwit per dag, als onderdeel van een vetarme voeding, het risico op hartziekten kan verlagen.
- Osteoporose: Om osteoporose tegen te gaan, wordt door huisartsen aan vrouwen in de menopause regelmatig hormoonvervangende therapie aangeraden. Als isoflavonen een licht oestrogene werking hebben, ligt voor de hand om ook van sojaproducten een beschermende werking tegen botontkalking te verwachten. Epidemiologisch onderzoek heeft een lagere incidentie van osteoporose aangetoond bij bevolkingsgroepen met een voedingspatroon dat relatief rijk is aan sojaproducten.