Kennisbank

Indicaties

Menopauze

De menopauze is een ingrijpende hormonale verandering die gepaard kan gaan met diverse fysieke en mentale klachten. Deze indicatie biedt je diepgaand inzicht in de oorzaken, symptomen en de onderliggende fysiologie, evenals wetenschappelijk onderbouwde interventies om cliënten effectief te begeleiden. Van hormonale veranderingen en metabolische processen tot leefstijl- en voedingsinterventies – je vindt hier alles wat je nodig hebt om tot jouw behandelplan te komen.

Begrippenlijst

  • Menopauze: één jaar na de laatste menstruatie in het leven van een vrouw
  • Ovaria: eierstokken
  • Overgang: de periode voor de menopauze, gekenmerkt door een veranderend menstruatiepatroon tot één jaar na de laatste menstruatie.
  • Perimenopauze: de periode voor de menopauze, gekenmerkt door een veranderend menstruatiepatroon tot één jaar na de laatste menstruatie.
  • Postmenopauze: de periode vanaf één jaar na de laatste menstruatie.

Beschrijving Menopauze

Wat is menopauze / de overgang?

De overgang is een natuurlijk proces waarbij de oestrogeen- en progesteronproductie van de eierstokken (ovaria) gedurende enkele jaren afneemt. Dit komt door het opraken van de hoeveelheid eicellen in de eierstokken. Door de schommeling in hormonen die de menstruatie reguleren, verandert de rijping van de eicellen en uiteindelijk stopt de rijping totaal. Met name oestrogeen en progesteron zijn hier verantwoordelijk voor.

Wanneer de rijping van de eicellen een jaar gestopt is, en wanneer het dus een jaar geleden is wanneer de laatste menstruatie heeft plaatsgevonden, bevindt men zich in de menopauze. De start van het overgangsproces, ook wel perimenopauze genoemd, kan al 10 jaar voor de officiële menopauze beginnen. Gemiddeld is een vrouw 51 jaar bij aanvang van de menopauze. 

De fysiologie

Het verloop van de overgang is sterk individueel verschillend. De aard van de hormoonschommelingen, tijd van de maand en/of de fase in de perimenopauze verschillen dus per persoon [1,2]. Wel zijn er in het algemeen vier routes beschreven hoe oestradiol, de meest biologisch actieve vorm van oestrogeen, kan verlopen in de tijd:

  1. Een trage afname
  2. Eerst een stijging en dan een trage afname
  3. Een vlakke curve
  4. Eerst een stijging en dan een snelle afname

Er zijn dus vier verschillende patronen, maar er is geen wenselijk patroon [3]. 

Ten minste een decennium voor de menopauze gebeuren er al hormonale aanpassingen door het afnemen van de hoeveelheid en kwaliteit van de follikels, met als gevolg vaak onopgemerkte hormonale veranderingen. Kenmerkend voor de overgang is het onregelmatig worden van de menstruatiecyclus. De oestrogeenproductie vanuit de follikels daalt. Hiermee vermindert de feedback van oestrogeen en progesteron richting de hypofyse. In reactie hierop zal in het brein de hypothalamus de hypofyse aanzetten tot meer productie van de hormonen FSH (follikel- stimulerend hormoon) en LH (luteïniserend hormoon). FSH stimuleert de groei en rijping van follikels in de eierstokken en zet de follikels aan tot oestrogeenproductie. Een stijging van LH zorgt voor stimulatie van de eisprong. Deze waardes stijgen tijdens de overgang en blijven ook in de menopauze hoog. Dit is een poging om de niet meer werkende eierstokken te stimuleren.  

De hormoonverhoudingen tussen met name oestrogeen en progesteron zijn constant in beweging. Waar in het begin van de overgang de oestrogeenconcentratie in verhouding tot de progesteronconcentratie stijgt door een eerdere daling van progesteron, zal later de concentratie van progesteron én oestrogeen dalen. Een te veel aan oestrogenen ten opzichte van progesteron wordt ook wel oestrogeendominantie genoemd. 

In de eerste fase van de overgang vindt er een hormonale compensatie plaats. Dit heeft te maken met het antimulleriaans hormoon (AMH). AMH zorgt samen met inhibine voor rijping van eicellen en het startmoment van een nieuwe cyclus. Vooral de daling van AMH ‘waarschuwt’ de ovaria dat de voorraad bijna op is en dat de resterende, vaak minder gevoelige, follikels snel moeten worden geactiveerd en moeten gaan rijpen [4]. Vrouwen krijgen dan een vervroegde eisprong. Opvallend is ook dat de rijping van de volgende follikel al van start kan gaan terwijl de menstruatie nog bezig is. De normaal twee gescheiden cycli gaan nu overlappen. Deze fase veroorzaakt de eerste merkbare veranderingen in de menstruatiecyclus van een vrouw. Ze ervaart dan minder regelmatige cycli of slaat ook af en toe een cyclus over. 

Het feit dat de overgang bij 20% van de vrouwen asymptomatisch verloopt duidt op voldoende compensatiemechanismen om toch zo goed mogelijk een regelmatige cyclus en voldoende vruchtbaarheid te behouden, ondanks een nog klein aantal aanwezige follikels [5]. Het lichaam probeert zo lang mogelijk vruchtbaar te blijven. 

In een latere fase slaagt het lichaam er niet meer in voldoende hormonaal te compenseren voor  de slinkende voorraad follikels. In deze fase zullen vrouwen langere periodes van uitblijvende menstruatie ervaren. Cycli zonder menstruatie van 60 dagen of meer kunnen dan optreden. Wanneer er wel een cyclus plaatsvindt gaat deze vaak samen met sterke stijgingen in progesteron. In deze fase blijven vrouwen dus wel potentieel vruchtbaar.

Naast de productie van het ovarieel oestrogeen, wordt de oestrogeen aanmaak systemisch opgevangen. De bijnieren, vetcellen, hersencellen en het darmmicrobioom kunnen de productie van oestrogeen opvangen in de latere fase van de overgang. 

Als je actieve oestrogenen in je bloedbaan dalen is dat een trigger voor je hersenen om steeds minder glucose transporters te maken. Daarmee komt het brein in een hypometabole status. Energieproductie gaat op een andere manier postmenopauzaal dan perimenopauzaal. In plaats van glucose te verbranden schakelt je brein naar de andere brandstofoptie, namelijk het verbranden van ketonen [6]

De pathologie

Of de overgangsklachten fysiologisch of pathologisch zijn, is soms moeilijk te bepalen. Een pathologische overgang, ook wel bekend als een gecompliceerde of vroegtijdige menopauze, kan veroorzaakt worden door een combinatie van genetische, medische en leefstijlfactoren. Het begrijpen van deze factoren is essentieel voor het vroegtijdig identificeren en mogelijk voorkomen van complicaties.

Vervroegde overgang komt regelmatig voor: één op de honderd vrouwen komt voor haar 40e in de overgang en één op de duizend vrouwen voor haar 30e (genaamd: primaire ovariële insufficiëntie, oftewel vervroegde overgang).   

Wat zijn de risicofactoren?

De overgang is een normaal fysiologisch proces. Echter, er zijn een aantal risicofactoren die de symptomen van de overgang kunnen verergeren of vroegtijdige overgang bevorderen. Deze worden hieronder uitgelegd.

Risicofactoren voor een vroegtijdige overgang:

  • Genetische aanleg: Vrouwen met een familiegeschiedenis van vroegtijdige menopauze hebben een verhoogd risico om zelf vroeg in de menopauze te komen. Studies tonen aan dat genetische factoren een significante rol spelen in het tijdstip van de menopauze. Harvard University heeft 10 genetische loci geïdentificeerd op het DNA waar de leeftijd van de natuurlijke menopauze wordt bepaald [7]. Hieronder vallen ook Single Nucleotide Polymorphisms (SNP’s). Een SNP is een variatie op één nucleotide in de DNA-sequentie. De volgende SNP’s hebben invloed op de overgang:
    • FSHB Polymorfisme
    • BRCA1/BRCA2
    • CYP19A1
    • ESR1
    • MTHFR
  • Medische interventies: Chirurgische ingrepen zoals verwijdering van de eierstokken en verwijdering van de baarmoeder kunnen leiden tot een plotselinge menopauze door het verlies van hormonale productie. Ook behandelingen voor kanker kunnen de eierstokken beschadigen, wat kan leiden tot vroegtijdige of plotselinge menopauze.
  • Chronische ziekten: Auto-immuunziekten zoals schildklieraandoeningen, reumatoïde artritis en lupus kunnen het risico op vroegtijdige menopauze verhogen. Ook kunnen sommige virale infecties (bijvoorbeeld bof) leiden tot ovariuminsufficiëntie. Dit resulteert in een voortijdige menopauze.
  • Ziekten van het reproductieve systeem: Endometriose en polycysteus ovariumsyndroom (PCOS) kunnen de gezondheid van de eierstokken beïnvloeden en een verhoogd risico veroorzaken op een pathologische overgang.
  • Roken: Roken is de meest onderzochte risicofactor voor een vroegtijdige menopauze [8]. Nicotine en andere chemicaliën in sigaretten kunnen de eierstokken beschadigen, wat leidt tot een verminderde productie van oestrogeen en progesteron. 
  • Ondergewicht: Laag lichaamsgewicht en eetstoornissen kunnen leiden tot een verminderde hormonale productie en vroegtijdige menopauze. Vetweefsel zorgt namelijk ook voor oestrogeenaanmaak.
  • Chronische stress: Chronische stress kan de hypothalamus-hypofyse-bijnieras (HPA-as) beïnvloeden, wat kan leiden tot hormonale onevenwichtigheden en een verhoogd risico op vroegtijdige menopauze. Stress vermindert de productie van gonadotropine-releasing hormoon (GnRH). GnRH speel een essentiële rol bij de regulatie van de voortplantingshormonen.
  • Vervette lever: Door een vervette lever kunnen er problemen ontstaan bij de omzetting van oestrogeen. Zo krijg je half afgebroken oestrogeenmetabolieten. Deze verstoren de oestrogeenhuishouding.
  • Ongezonde leefstijl: Ongezonde voeding, te weinig beweging en overgewicht hebben effect op de mate van vasomotorische klachten [9].

Aan deze indicatie gekoppelde organen

  • Eierstokken: De eierstokken spelen een essentiële rol in de overgang, omdat de meest actieve vorm van oestrogeen, estradiol, wordt geproduceerd in de follikels van de eierstokken.
  • Lever: De lever breekt hormonen af, waaronder oestrogeen en progesteron. Het is belangrijk dat de lever functioneert, want anders worden oestrogeen niet volledig afgebroken en ontstaan er oestrogeenachtige metabolieten die de normale hormoonhuishouding verstoort. Dit kan van invloed zijn bij zowel de overgang als de menopauze.

Gekoppelde fysiologiesysteem

  • Insulinehuishouding: Tijdens en na de overgang gaan de hersenen minder glucose verbranden. Insulinegevoelig zijn en een goede glucosetolerantie hebben is in de menopauze daarom extra van belang. De overtollige glucose kan dan gemakkelijk in de organen worden opgeslagen en verbrand, in plaats van in onwenselijk visceraal vet. Insulinegevoeligheid is dus van groot belang voor een normale overgang en menopauze.  
  • Darmmicrobioom: Specifieke darmbacteriën zijn door bèta-glucuronidase-productie in staat om gebruikte oestrogenen weer om te zetten naar een bruikbare vorm voor het lichaam [10]. Een gezond en divers microbioom is daarom belangrijk voor een normale overgang en menopauze.  
  • Leverfunctie: Een goed functionerende lever is belangrijk. De lever breekt namelijk hormonen, waaronder oestrogeen, af. Wanneer de lever niet goed functioneert, kan de lever de oestrogenen niet volledig afbreken en ontstaan er oestrogeenachtige metabolieten die de hormoonhuishouding verstoren. Dit kan invloed hebben op het verloop van de overgang. Een gezonde lever is dus belangrijk voor het ervaren van een normale overgang.

Gekoppelde pathologiesystemen

  • Verstoorde oestrogeenhuishouding: Een disbalans tussen progesteron (P2) en estradiol (E2) leidt vaak tot psychische en neurologische problemen [11,12].
  • Verstoorde progesteronhuishouding: Vaak is er een verstoord balans tussen progesteron (P2) en estradiol (E2). Dit kan leiden tot psychische en neurologische problemen [11,12].
  • Estroboloom: Hergebruik van oestrogeen vindt plaats door het darmmicrobioom door middel van bèta-glucuronidase [32]. Een dysbiose in de darm zal daarom voor onvoldoende recycling van oestrogeen zorgen.
  • Chronisch overactieve HPA-as: Bij een chronisch overactieve HPA-as zijn cortisolwaarden verhoogd. Deze hoge cortisolwaarden kunnen klachten als opvliegers, stemmingswisselingen en metabole veranderingen verergeren [13].
  • Verstoorde HPT-as: De relatie tussen de schildklierfunctie en de menopauze is complex en veelzijdig. Postmenopauzale vrouwen lopen een hoger risico op schildklieraandoeningen, waarbij een verband is waargenomen tussen de duur van de overgang en schildklierdisfunctie, vooral omdat hypothyreoïdie vaker voorkomt bij vrouwen met een overgang langer dan 10 jaar [14,15].
  • Verstoorde bothomeostase: Na de overgang neemt het risico op osteoporose toe. Een mogelijke oorzaak is dat de oestrogeenniveaus dalen. Oestrogeen speelt een belangrijke rol bij de bothomeostase. Oestrogeen zorgt namelijk voor minder afbraak van het bot en meer botvorming [16]. Wanneer je in de menopauze zit en je lichaam beschikt over minder oestrogeen, kunnen de botten afnemen in sterkte.
  • Verstoorde cardiovasculaire gezondheid: Oestrogeen heeft een beschermend effect op hart- en bloedvaten [17]. Zo zorgt oestrogeen voor een vermindering van oxidatieve stress, wat de gezondheid van hart- en bloedvaten verbetert [18]. Na de overgang, wanneer de oestrogeenniveaus dalen, neemt het risico op hart- en vaatziekten voor vrouwen toe.

Hulpvragen

  • Vasomotore klachten:
    • Opvliegers: Opvliegers in de overgang zijn meestal een gevolg van de plotselinge oestrogeendaling in het brein [19]. Oestrogeen heeft invloed op de hypothalamus, dat onder andere de temperatuurregulatie regelt [20]. 
    • Zweetaanvallen: Zweetaanvallen zijn vaak een gevolg van opvliegers.
    • Nachtzweten: Zweetaanvallen in de nacht zijn vaak een gevolg van opvliegers.
  • Cognitieve disfuncties:
    • Verminderde concentratie: Oestrogeen beïnvloedt de neurotransmitterbalans, vooral serotonine, dopamine en GABA. Dit heeft impact op cognitieve functies, waaronder concentratie [21].
    • Verminderd geheugen: Oestrogeen heeft invloed op de hersenen en beïnvloedt zo ook het geheugen. De oestrogeen receptor alfa (ERα-receptor) reguleert genexpressie in hersengebieden in de hippocampus. De hippocampus speelt een belangrijke rol bij leren en geheugen [22].
    • Slaapproblemen: Slaapproblemen tijdens de overgang zijn vaak een gevolg van opvliegers [23].
  • Verminderde mentale gezondheid:
    • Stemmingswisselingen: Oestrogeen beïnvloedt de neurotransmitterbalans, vooral serotonine, dopamine en GABA [21]. Dit heeft impact op de stemming.
    • Depressieve gevoelens: Serotonine wordt beïnvloed door hormonale veranderingen van progesteron en oestrogeen [21]
  • Gewichtstoename: Post-menopausaal is er een gedaalde opslagcapaciteit in onderhuids vetweefsel. Het gevolg hiervan is dat er meer viscerale opslag  ontstaat bij een te hoge calorische inname [24].
  • Libido verlaging: Een verminderd libido is geassocieerd met fluctuerende testosteronniveaus [25].
  • Droge slijmvliezen (vaginaal): vaginale droogheid neemt toe en veranderingen aan de blaas kunnen een verhoogd risico geven op urineweginfecties. Dit ontstaat door de verminderde oestrogeenniveaus in het lichaam.

Criteria/ kenmerken

  • De menopauze is het moment waarop de laatste menstruatie één jaar geleden is.
  • De gemiddelde leeftijd voor de menopauze ligt rond de 51 jaar. Echter, vrouwen kunnen ook eerder of later in de menopauze komen.
  • De overgang begint meestal als rond het 40e levensjaar, maar sommige vrouwen ervaren de eerste symptomen al op hun 30e.

Leefstijlinterventies

De leefstijlinterventies voor PCOS zijn lichaamsgericht op metabole gezondheid verbetering.

  • Beweging:
    • Sporten is van belang in de overgang voor symptoomreductie. Intensief sporten kan de ernst van opvliegers verminderen [28]. Ook speelt sporten een belangrijke rol na de overgang ter preventie van hart- en vaatziekten en osteoporose, omdat het een energie-overschot voorkomt. Voldoende spiermassa biedt een veilig opslagalternatief voor energie-overschot. 
    • Gerichte oefeningen zijn bijvoorbeeld sitting breaks in combinatie met regelmatige krachttraining. 
  • Voeding:
    • Eet het liefst maximaal 2 maaltijden per dag [24] en beperk je calorieën. Zo vermijd je energieoverschot.
    • Eet zoveel mogelijk onbewerkte en vezelrijke voeding. Zo vermijd je xeno-oestrogenen en andere hormoon verstorende stoffen. Daarnaast hebben vezels een positieve invloed op het microbioom.  
    • Zorg voor voldoende vetzuren in de voeding, zo krijgt het brein voldoende energie in de vorm van ketonen.
    • Voeg milde fyto-oestrogenen toe aan de maaltijd [26], denk aan: (gefermenteerde) soja en lijnzaad.  
    • Eet meer groente en fruit. Vrouwen die meer groente en fruit aten ervoeren 19% minder opvliegers. Dit effect werd toegeschreven aan gewichtsverlies en gezondere voeding [9].
    • Eet blad- en kruisbloemige groenten [27]. Lichamelijke overgangsproblemen kunnen hierdoor significant verminderen. Denk aan: boerenkool, spinazie, rucola, bloemkool, broccoli en spruitjes. 
  • Werk en rust:
    • Breng zo veel mogelijk tijd door met vrienden, familie en in de natuur. Van het ervaren van verbondenheid is aangetoond dat dit het progesterongehalte verhoogt [29].
    • Sociaal vangnet: onderzoek toont aan dat sociale steun van de omgeving beschermt tegen waargenomen stress en vasomotorische symptomen [30]. 
    • Verminder chronische stress. Chronische stress en sociale isolatie zijn belangrijke oorzaken van verminderde progesteronniveau’s in de hersenen [11].

Interventiestoffen

  • Dong Quai (Angelica sinensis): Afzonderlijk gebruik van Dong Quai laat geen effecten zien op de overgang en menopauze [31]. Echter, de synergie tussen bijvoorbeeld Dong Quai en andere kruiden [33], zorgt voor verbetering van overgangsklachten als opvliegers, nachtelijk zweten en slaapproblemen. Kruiden die goed combineren met Dong Quai zijn Astragalus membranaceus [32], zilverkaars, mariadistel, rode klaver, Amerikaanse ginseng en monnikspeper [33].
  • Maca (Lepidium Meyenii):  Maca verbetert angst, depressie en seksuele disfunctie tijdens de overgang [34].
  • Rode klaver (Trifolium pratense):  Rode klaver verbetert de progesteronwerking [35–37].
  • Monnikspeper (Vitex Agnus Castus): Monnikspeper(bes) is een eeuwenoud bekend en belangrijk vrouwenkruid. Vitex Agnus Castus heeft een fyto-oestrogene werking en kan zo overgangsklachten verminderen [38]. Uit klinisch onderzoek blijkt dat het angst en vasomotorische klachten kan verminderen.
  • Echte salie (Salvia officinalis): Echte salie brengt het brein tot rust. Daarnaast helpt het bij opvliegers, hartkloppingen, depressie, angst en slaapproblemen [39–42].
  • Zilverkaars (Cimicifuga racemosa): Zilverkaars(extract) zorgt voor verlichting van overgangsklachten door beïnvloeding van het endogene opiaatsysteem [43] en de serotonerge, dopaminerge, noradrenerge en GABA-erge neurotransmissie. Ook is het in een klinische studie aangetoond dat zilverkaars overgangsklachten vermindert, met name vasomotorische, psychiatrische, fysieke en seksuele symptomen [44].

Diagnostiek

Heeft een vrouw typische overgangsklachten, valt ze in de leeftijdscategorie en menstrueert ze onregelmatig of niet meer? Dan is er meestal sprake van de perimenopauze. Extra laboratorium onderzoek is dan niet nodig ter bevestiging. Is er sprake van pathologie en/of er is nog een regelmatige cyclus, dan kan aanvullend laboratorium onderzoek wenselijk zijn.   

De volgende laboratoriumtesten kunnen waardevolle inzichten bieden in de hormonale status en algemene gezondheid van vrouwen die de perimenopauze doormaken:  

1.       Analyse van de steroïdhormonen cortisol, DHEA, oestradiol, oestriol, progesteron 

Type test: speeksel 

Doel: Ter bepaling van de actuele hormonale situatie bij de vrouw in de menopauze 

2.       Analyse van oestrogeen metabolieten: 2-, 4- en 16-Hydroxy-oestron en  2- en 4-methoxy-oestron 

Type test: urine 

Doel: Ter bepaling van een mogelijk verstoorde verhouding tussen hydroxy-oestrogeen en methyl-oestrogeen. Dit wijst op een verstoorde methylatie van het hormoon in de lever.  

Referenties

1.           Burger HG, Dudley EC, Robertson DM, Dennerstein L. Hormonal changes in the menopause transition. Recent Prog Horm Res. 2002;57:257-75.

2.           Grub J, Süss H, Willi J, Ehlert U. Steroid Hormone Secretion Over the Course of the Perimenopause: Findings From the Swiss Perimenopause Study. Front Glob Womens Health. 14 december 2021;2:774308.

3.           Tepper PG, Randolph JF, McConnell DS, Crawford SL, El Khoudary SR, Joffe H, e.a. Trajectory Clustering of Estradiol and Follicle-Stimulating Hormone during the Menopausal Transition among Women in the Study of Women’s Health across the Nation (SWAN). The Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism. augustus 2012;97(8):2872-80.

4.           Allshouse A, Pavlovic J, Santoro N. Menstrual Cycle Hormone Changes Associated with Reproductive Aging and How They May Relate to Symptoms. Obstetrics and Gynecology Clinics of North America. december 2018;45(4):613-28.

5.           Brinton RD, Yao J, Yin F, Mack WJ, Cadenas E. Perimenopause as a neurological transition state. Nat Rev Endocrinol. juli 2015;11(7):393-405.

6.           Wang Y, Mishra A, Brinton RD. Transitions in metabolic and immune systems from pre-menopause to post-menopause: implications for age-associated neurodegenerative diseases. F1000Res. 30 januari 2020;9:F1000 Faculty Rev-68.

7.           Mo S. Hormonal changes in menopause: Is it all downhill from here? [Internet]. The NEI Connection. 2013 [geciteerd 12 juli 2024]. Beschikbaar op: https://neuroendoimmune.wordpress.com/2013/12/03/hormonal-changes-in-menopause-is-it-all-downhill-from-here/

8.           Sun L, Tan L, Yang F, Luo Y, Li X, Deng HW, e.a. Meta-analysis suggests that smoking is associated with an increased risk of early natural menopause. Menopause. februari 2012;19(2):126-32.

9.           Kroenke CH, Caan BJ, Stefanick ML, Anderson G, Brzyski R, Johnson KC, e.a. Effects of a dietary intervention and weight change on vasomotor symptoms in the Women’s Health Initiative. Menopause. september 2012;19(9):980-8.

10.         Peters B, Santoro N, Kaplan R, Qi Q. Spotlight on the Gut Microbiome in Menopause: Current Insights. IJWH. augustus 2022;Volume 14:1059-72.

11.         Del Río JP, Alliende MI, Molina N, Serrano FG, Molina S, Vigil P. Steroid Hormones and Their Action in Women’s Brains: The Importance of Hormonal Balance. Front Public Health. 23 mei 2018;6:141.

12.         Prior JC. Women’s reproductive system as balanced estradiol and progesterone actions—A revolutionary, paradigm-shifting concept in women’s health. Drug Discovery Today: Disease Models. 2020;32:31-40.

13.         Gibson CJ, Thurston RC, Matthews KA. Cortisol dysregulation is associated with daily diary-reported hot flashes among midlife women. Clinical Endocrinology. 2016;85(4):645-51.

14.         Junior Resident, Department of Medicine, Patna Medical College & Hospital, Patna, Zahid Labrez DM. Correlative Study of Thyroid Dysfunction with Blood Sugar Levels and Serum Lipid Levels in Post Menopausal Women. jmscr [Internet]. 11 maart 2020 [geciteerd 12 juli 2024];08(03). Beschikbaar op: http://jmscr.igmpublication.org/v8-i3/47%20jmscr.pdf

15.         Uygur MM, Yoldemir T, Yavuz DG. Thyroid disease in the perimenopause and postmenopause period. Climacteric. 2 november 2018;21(6):542-8.

16.         Khosla S, Oursler MJ, Monroe DG. Estrogen and the skeleton. Trends in Endocrinology & Metabolism. 1 november 2012;23(11):576-81.

17.         Moolman JA. Unravelling the cardioprotective mechanism of action of estrogens. Cardiovascular Research. 1 maart 2006;69(4):777-80.

18.         Xiang D, Liu Y, Zhou S, Zhou E, Wang Y. Protective Effects of Estrogen on Cardiovascular Disease Mediated by Oxidative Stress. Oxidative Medicine and Cellular Longevity. 2021;2021(1):5523516.

19.         Lee E, Anselmo M, Tahsin CT, Vanden Noven M, Stokes W, Carter JR, e.a. Vasomotor symptoms of menopause, autonomic dysfunction, and cardiovascular disease. Am J Physiol Heart Circ Physiol. 1 december 2022;323(6):H1270-80.

20.         Kelly MJ, Qiu J, Rønnekleiv OK. Estrogen Signaling in the Hypothalamus. In: Vitamins & Hormones [Internet]. Academic Press; 2005 [geciteerd 8 januari 2025]. p. 123-45. Beschikbaar op: https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0083672905710050

21.         Bendis PC, Zimmerman S, Onisiforou A, Zanos P, Georgiou P. The impact of estradiol on serotonin, glutamate, and dopamine systems. Front Neurosci [Internet]. 22 maart 2024 [geciteerd 20 december 2024];18. Beschikbaar op: https://www.frontiersin.org/journals/neuroscience/articles/10.3389/fnins.2024.1348551/full

22.         Moran VE, Echeverria F, Barreto GE, Echeverria J, Mendoza C. Estrogenic Plants: to Prevent Neurodegeneration and Memory Loss and Other Symptoms in Women After Menopause. Front Pharmacol [Internet]. 20 mei 2021 [geciteerd 8 januari 2025];12. Beschikbaar op: https://www.frontiersin.org/journals/pharmacology/articles/10.3389/fphar.2021.644103/full

23.         Baker FC, Lampio L, Saaresranta T, Polo-Kantola P. Sleep and sleep disorders in the menopausal transition. Sleep Med Clin. september 2018;13(3):443-56.

24.         Steiner BM, Berry DC. The Regulation of Adipose Tissue Health by Estrogens. Front Endocrinol. 26 mei 2022;13:889923.

25.         Gracia CR, Sammel MD, Freeman EW, Liu L, Hollander L, Nelson DB. Predictors of decreased libido in women during the late reproductive years. Menopause. april 2004;11(2):144.

26.         Franco OH, Chowdhury R, Troup J, Voortman T, Kunutsor S, Kavousi M, e.a. Use of Plant-Based Therapies and Menopausal Symptoms: A Systematic Review and Meta-analysis. JAMA. 21 juni 2016;315(23):2554.

27.         Safabakhsh M, Siassi F, Koohdani F, Qorbani M, Khosravi S, Abshirini M, e.a. Higher intakes of fruits and vegetables are related to fewer menopausal symptoms: a cross-sectional study. Menopause. mei 2020;27(5):593-604.

28.         Kandiah J, Amend V. An exploratory study on perceived relationship of alcohol, caffeine, and physical activity on hot flashes in menopausal women. Health. 2010;02(09):989-96.

29.         Naworska B, Brzęk A, Bąk-Sosnowska M. The Relationship between Health Status and Social Activity of Perimenopausal and Postmenopausal Women (Health Status and Social Relationships in Menopause). IJERPH. 12 november 2020;17(22):8388.

30.         Rulu P, Bertone‐Johnson ER, Kamilar J, Dhall M, Sievert LL. Chronic stress, social support, and symptoms at midlife. Is there a buffering effect? American Journal of Biological Anthropology. juni 2024;184(2):e24936.

31.         Hirata JD, Swiersz LM, Zell B, Small R, Ettinger B. Does dong quai have estrogenic effects in postmenopausal women? A double-blind, placebo-controlled trial. Fertil Steril. december 1997;68(6):981-6.

32.         Haines CJ, Lam PM, Chung TKH, Cheng KF, Leung PC. A randomized, double-blind, placebo-controlled study of the effect of a Chinese herbal medicine preparation (Dang Gui Buxue Tang) on menopausal symptoms in Hong Kong Chinese women. Climacteric. juni 2008;11(3):244-51.

33.         Rotem C, Kaplan B. Phyto-Female Complex for the relief of hot flushes, night sweats and quality of sleep: randomized, controlled, double-blind pilot study. Gynecol Endocrinol. februari 2007;23(2):117-22.

34.         Brooks NA, Wilcox G, Walker KZ, Ashton JF, Cox MB, Stojanovska L. Beneficial effects of Lepidium meyenii (Maca) on psychological symptoms and measures of sexual dysfunction in postmenopausal women are not related to estrogen or androgen content. Menopause. december 2008;15(6):1157-62.

35.         Imhof M, Gocan A, Reithmayr F, Lipovac M, Schimitzek C, Chedraui P, e.a. Effects of a red clover extract (MF11RCE) on endometrium and sex hormones in postmenopausal women. Maturitas. augustus 2006;55(1):76-81.

36.         Kanadys W, Barańska A, Błaszczuk A, Polz-Dacewicz M, Drop B, Kanecki K, e.a. Evaluation of Clinical Meaningfulness of Red Clover (Trifolium pratense L.) Extract to Relieve Hot Flushes and Menopausal Symptoms in Peri- and Post-Menopausal Women: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials. Nutrients. 11 april 2021;13(4):1258.

37.         Thorup AC, Lambert MN, Kahr HS, Bjerre M, Jeppesen PB. Intake of Novel Red Clover Supplementation for 12 Weeks Improves Bone Status in Healthy Menopausal Women. Evidence-Based Complementary and Alternative Medicine. 2015;2015:1-11.

38.         Naseri R, Farnia V, Yazdchi K, Alikhani M, Basanj B, Salemi S. Comparison of Vitex agnus-castus Extracts with Placebo in Reducing Menopausal Symptoms: A Randomized Double-Blind Study. Korean J Fam Med. november 2019;40(6):362-7.

39.         Zeidabadi A, Yazdanpanahi Z, Dabbaghmanesh M, Sasani M, Emamghoreishi M, Akbarzadeh M. The effect of Salvia officinalis extract on symptoms of flushing, night sweat, sleep disorders, and score of forgetfulness in postmenopausal women. J Family Med Prim Care. 2020;9(2):1086.

40.         Lu Y, Yeap Foo L. Antioxidant activities of polyphenols from sage (Salvia officinalis). Food Chemistry. november 2001;75(2):197-202.

41.         Bommer S, Klein P, Suter A. First time proof of sage’s tolerability and efficacy in menopausal women with hot flushes. Adv Therapy. juni 2011;28(6):490-500.

42.         Dadfar F, Bamdad K. The effect of Saliva officinalis extract on the menopausal symptoms in postmenopausal women: An RCT. IJRM [Internet]. 10 juni 2019 [geciteerd 12 juli 2024]; Beschikbaar op: https://knepublishing.com/index.php/ijrm/article/view/4555

43.         Burdette JE, Liu J, Chen S nong, Fabricant DS, Piersen CE, Barker EL, e.a. Black Cohosh Acts as a Mixed Competitive Ligand and Partial Agonist of the Serotonin Receptor. J Agric Food Chem. 1 september 2003;51(19):5661-70.

44.         Mohammad-Alizadeh-Charandabi S, Shahnazi M, Nahaee J, Bayatipayan S. Efficacy of black cohosh (Cimicifuga racemosa L.) in treating early symptoms of menopause: a randomized clinical trial. Chin Med. 1 november 2013;8(1):20.

Test

test

Ik wil op de hoogte blijven van andere nieuwsartikelen van Natura Foundation

Ik ga akkoord met de  privacy statement  van Natura Foundation