Waarom zeewier eten gunstig kan zijn voor het microbioom in de darm

maandag 28-juni-2021

Zeewier is een verzamelnaam voor bruine, rode en groene algen die groeien langs de kustlijnen van meerdere landen [1]. Er zijn ongeveer 25.000 tot 30.000 verschillende soorten zeewier, die een grote diversiteit laten zien in vorm en omvang [2]. Bekende voorbeelden van bruinwieren zijn kelp (kombu), wakame en zeespaghetti (riemwier). Bij roodwieren kunt u denken aan dulse en nori. Zeesla is een vorm van groenwier.


In de landen in Azië is het eten van zeewier al honderden jaren gebruikelijk [3]. In Westerse landen is dat nog niet het geval. Als je kijkt naar de inhoudsstoffen van de verschillende zeewieren en de mogelijke effecten op de (darm)gezondheid, dan is dit op zijn minst opmerkelijk. Dus laten we eens kijken waarom de meeste mensen zeewier aan hun menu zouden moeten toevoegen.

Zeewier is rijk aan eiwitten

Zeewier is een goede bron van eiwitten. Rode wieren spannen daarin de kroon met eiwithoeveelheden tot wel 47% van het drooggewicht [4]. Groene wieren bevatten een matige hoeveelheid eiwitten (9 – 26%) en bruine wieren hebben de laagste hoeveelheid (3-15%) in verhouding tot hun drooggewicht. Kanttekening hierbij is, dat deze hoeveelheden kunnen verschillen afhankelijk van de subsoorten van deze algen en het seizoen van oogsten [5]. Om eiwitten aan te vullen, eet men dus het best dulse of nori, de bekendste roodwieren.

 

Zeewier is een goede bron van vezels

Naast eiwitten bevatten de verschillende zeewieren ook grote hoeveelheden vezels. Afhankelijk van het soort wier bestaat tussen de 25 en 75% van het drooggewicht uit vezels, waarvan het grootste deel (50-85%) wateroplosbaar is [3]. Een belangrijke vezelsoort in zeewieren is de polysacharide. Dit type vezel is als prebiotische vezel gunstig voor de modulatie van het darmmicrobioom en kan zo de gezondheid bevorderen [6].

De verschillende zeewieren hebben verschillende soorten polysachariden. Bruinwieren bevatten voornamelijk cellulose, alginine, fucoïdan, sargassan en laminarine, terwijl roodwieren vooral agar, carrageen, xylaan, gesulfateerde galactanen, zetmeel en porfyrine bevatten. Groenwieren bestaan voornamelijk uit polysachariden die opgebouwd zijn uit rhamnose, xylose, glucose, glucuronzuur, sulfaten en beperkte hoeveelheden mannose, arabinose en galactose [7]. Bij alle wieren bent u voor vezels dus aan het juiste adres.

 

Zeewier bevat ook (veel) jodium

Het zijn niet alleen de eiwitten en vezels die zeewier tot een interessant voedingsmiddel maken. Ook de aanwezigheid van jodium in zeewier kan een welkome aanvulling op het voedingspatroon zijn. Belangrijk is dat men zich realiseert, dat zeewier in verhouding grote hoeveelheden jodium bevat. Zo bevat nori ongeveer 29,3-45,8 mg jodium per kilo, wakame 93,9-185,1 mg per kilo en kombu zelfs 241-4.921 mg per kilo [8]. Een te grote inname van jodium kan leiden tot hyperthyreoïdie (een te snel werkende schildklier). Jodiumrijke voeding eet men dus het beste met mate om een te grote inname en daardoor een overactieve schildklier te voorkomen. Bij de keuze in jodiumrijke voeding heeft binnen de groep wieren nori in dat geval de voorkeur boven kombu.

 

Zeewier ondersteunt de gezondheid

Uit een groot aantal wetenschappelijke onderzoeken dat de laatste decennia is verricht komt naar voren, dat zeewier een breed scala aan gezondheidsbevorderende eigenschappen voor mensen heeft. Zo is het eten van zeewier beschermend bij cardiovasculaire ziekte, hypertensie, obesitas en diabetes [7].

In dierproeven is verder gebleken, dat zeewier de omvang en diversiteit van het microbioom positief kan beïnvloeden en de populatie van gunstige microbiota in de darm kan vergroten [9]. Indien dit ook zo werkt bij mensen, kan met name dit laatste interessant zijn om de gezondheid te bevorderen en mogelijk het ontstaan van ziekte te voorkomen.

 

De vertering van zeewieren

De meeste polysachariden die in zeewieren worden aangetroffen zijn aan te merken als voedingsvezels. Ze zijn dus resistent voor vertering door spijsverteringsenzymen en komen onverteerd aan in de dikke darm. Daar worden ze gefermenteerd en vormen zo een voedingsbron voor de commensale bacteriën, wat hun groei stimuleert [6]. Commensale bacteriën spelen een belangrijke rol in de bescherming tegen pathogene ziektekiemen [10] en dragen zo bij aan de afweer.

Bij de fermentatie van polysachariden ontstaan korteketenvetzuren. Korteketenvetzuren dienen als energiebron voor zowel de darm als de gastheer (mens of dier) als geheel [11]. De darmbacteriën vergroten op deze manier de metabole capaciteit van de gastheer, waardoor onverteerbare voedingsvezels toch verteerd kunnen worden en kunnen bijdragen aan het voldoen aan de algehele energiebehoefte. Dit laatste wordt bij mensen geschat op ongeveer 10% van de dagelijkse energiebehoefte [12].

 

Effecten van zeewier op het microbioom

Uit diverse onderzoeken lijkt te volgen, dat het eten van zeewier een positief effect op het microbioom kan hebben [9]. Daardoor kan een wisselwerking tussen zeewier en het microbioom ontstaan die wederkerig is. Om zeewier te verteren heeft de gastheer het microbioom nodig en ditzelfde microbioom wordt in omvang en samenstelling beïnvloed door het zeewier.

De bacteriën die de polysachariden kunnen verteren behoren tot de groepen Bacteroides, Bifidobacterium, Ruminococcus, Roseburia, Facealibacterium, Anaerostides en Coprococcus. Een voedingspatroon dat hoofdzakelijk uit dierlijke producten bestaat leidt tot het nagenoeg volledig verdwijnen van de bacteriën die in staat zijn de polysachariden te verteren [7]. Om onder andere zeewieren te kunnen verteren moet de gastheer dus in ieder geval zorgen dat een deel van de voeding bestaat uit polysachariden, waaronder groenten en zeewieren. Als deze voeding langere tijd niet is gegeten, dan zal het in grote hoeveelheden toevoegen hiervan mogelijk voor verteringsproblemen in de darm zorgen. Het beste is dan om de toename van deze voeding zeer geleidelijk te doen, zodat het microbioom de kans krijgt om zich te herstellen en het aantal bacteriën dat deze voeding kan verteren weer kan toenemen.

Diverse in-vitro- en dierenstudies laten zien, dat in de meeste gevallen het toevoegen van bruinwieren of een polysacharidenextract van bruinwieren zorgt voor een toename van de productie van korteketenvetzuren en een groei van gunstige bacteriën zoals de Lactobacillus, Bifidobacterium of Faecalibacterium. Eenzelfde resultaat werd gevonden bij het gebruik van roodwieren of een polysaccharidenextract van roodwieren. Men zag een toename van Lactobacillus en Bifidobacterium, terwijl de groei van potentieel pathogene bacteriën afnam. Uit de beperkte onderzoeken die zijn gedaan met groenwieren lijkt te volgen dat deze een soortgelijk effect op het microbioom hebben [7].

 

Meer onderzoek is nodig

Studies naar de invloed van zeewier op het microbioom zijn tot nu toe alleen verricht in vitro en bij dieren, maar niet bij mensen. Een in-vitro-onderzoek kan de complexiteit van de menselijke darm nooit volledig nabootsen [13]. Bij dieronderzoek geldt dat het microbioom, het dieet en het metabolisme van dieren anders is dan dat van mensen [7]. Het is vanwege deze beperkingen nog niet mogelijk om harde conclusies te trekken over de werking van de polysachariden uit zeewier op het menselijk microbioom.

 

Kennis in de praktijk

Ondanks deze beperkingen bij het trekken van harde conclusies, zijn de uitkomsten van de onderzoeken wel hoopgevend en lijken voldoende rechtvaardiging om uw cliënt te adviseren om diverse zeewieren aan het voedingspatroon toe te voegen. Zeker als uit bijvoorbeeld een ontlastingsonderzoek blijkt, dat er sprake is van een dysbiose in de darm met een tekort aan Lactobacillen, Bifidobacteriën of Faecalibacterium. Ook als sprake is van een voedingspatroon dat vooral uit dierlijke producten bestaat, kan het raadzaam zijn om voorzichtig aan zeewieren toe te voegen aan de voeding om zo een positieve verandering in het microbioom te bewerkstelligen.

Vanwege de relatief hoge concentratie jodium in de verschillende bekende zeewieren dient bij het advies om meer zeewieren te eten rekening te worden gehouden met een mogelijkheid van een te hoge inname van jodium, zeker als men hyperthyreoïdie heeft of het ontstaan hiervan wil voorkomen. Het advies zou dus moeten zijn dat jodiumrijke voeding zoals zeewier in kleine hoeveelheden kan worden toegevoegd aan het menu en dat daarbij variatie belangrijk is, zodat zeewieren die heel rijk en minder rijk aan jodium zijn worden afgewisseld.

Referenties

1.        seaweed | Definition, Types, & Facts [Internet]. Encyclopedia Britannica. [geciteerd 19 mei 2021]. Beschikbaar op: https://www.britannica.com/science/seaweed

2.        Charoensiddhi S, Conlon MA, Franco CMM, Zhang W. The development of seaweed-derived bioactive compounds for use as prebiotics and nutraceuticals using enzyme technologies. Trends Food Sci Technol. 1 december 2017;70:20–33.

3.        Jiménez-Escrig A, Sánchez-Muniz FJ. Dietary fibre from edible seaweeds: Chemical structure, physicochemical properties and effects on cholesterol metabolism. Nutr Res [Internet]. 2000; Beschikbaar op: http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0271531700001494

4.        Cian RE, Drago SR, Sánchez de Medina F, Martínez-Augustin O. Proteins and Carbohydrates from Red Seaweeds: Evidence for Beneficial Effects on Gut Function and Microbiota. Mar Drugs. 20 augustus 2015;13(8):5358–83.

5.        Fleurence J. Seaweed proteins: biochemical, nutritional aspects and potential uses. Trends Food Sci Technol. 1 januari 1999;10(1):25–8.

6.        de Jesus Raposo MF, de Morais AMMB, de Morais RMSC. Emergent Sources of Prebiotics: Seaweeds and Microalgae. Mar Drugs [Internet]. 28 januari 2016 [geciteerd 20 mei 2021];14(2). Beschikbaar op: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4771980/

7.        Lopez-Santamarina A, Miranda JM, Mondragon A del C, Lamas A, Cardelle-Cobas A, Franco CM, e.a. Potential Use of Marine Seaweeds as Prebiotics: A Review. Molecules [Internet]. 24 februari 2020 [geciteerd 19 mei 2021];25(4). Beschikbaar op: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7070434/

8.        Yeh TS, Hung N, Lin T. Analysis of iodine content in seaweed by GC-ECD and estimation of iodine intake. J Food Drug Anal. 1 juni 2014;

9.        Yang C-F, Lai S-S, Chen Y-H, Liu D, Liu B, Ai C, e.a. Anti-diabetic effect of oligosaccharides from seaweed Sargassum confusum via JNK-IRS1/PI3K signalling pathways and regulation of gut microbiota. Food Chem Toxicol Int J Publ Br Ind Biol Res Assoc. september 2019;131:110562.

10.      Jüngen IJD, Zaagman-van Buuren MJ. 3 Medische microbiologie. Alg Ziekteleer. 2007;56–90.

11.      den Besten G, van Eunen K, Groen AK, Venema K, Reijngoud D-J, Bakker BM. The role of short-chain fatty acids in the interplay between diet, gut microbiota, and host energy metabolism. J Lipid Res. september 2013;54(9):2325–40.

12.      Bergman EN. Energy contributions of volatile fatty acids from the gastrointestinal tract in various species. Physiol Rev. april 1990;70(2):567–90.

13.      Fehlbaum S, Prudence K, Kieboom J, Heerikhuisen M, van den Broek T, Schuren FHJ, e.a. In Vitro Fermentation of Selected Prebiotics and Their Effects on the Composition and Activity of the Adult Gut Microbiota. Int J Mol Sci [Internet]. 10 oktober 2018 [geciteerd 20 mei 2021];19(10). Beschikbaar op: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6213619/